Maandag 12 juni
Onze volgende bestemming is Schwangau. Tijdens het rijden valt het ons op dat het hier veel vlakker is dan op onze vorige trajecten. Velden en weilanden zover het oog reikt. Het lijkt wel Nederland.
We maken een ommetje langs het Kneipp kuuroord Bad Wörishofen. Waarom dat ommetje?
Ik wou nog eens naar Bad Wörishofen. In de jaren ’80 gingen mijn ouders hier op kuurvakantie. Tot het niet meer ging toen mijn vader eerst een zwaar (fiets)ongeluk en nadien kanker kreeg. Vooral voor mijn moeder waren deze vakanties een zegening. Ze kwam steeds als herboren weer thuis. Bad Wörishofen heeft haar nooit losgelaten en samen met een vriendin rijpte het plan om terug te gaan. Dat gebeurde zo’n twintig jaar later, beide dames waren toen al een eind in de zeventig. Manlief en ik hebben de dames twee keer naar hun kuuroord gebracht en er telkens een korte vakantie aan vastgeknoopt. Ik meen me zelfs te herinneren dat de beide dames de reis een keer met de trein gedaan hebben. Iets van 7 keer overstappen …
Omdat mijn moeder hier zo gelukkig was wou ik de plaats nog eens terugzien. Ik heb zelfs een foto genomen van het hotel (destijds een eenvoudig pension, mijn moeder had geen nood aan luxe). Voor de rest herkende ik niets en na een lekkere cappuccino zetten we onze reis verder.
Eigenlijk is dit laatste stuk van onze reis een stukje nostalgie. We hebben heel deze regio met mijn moeder bezocht, een streek waar zij zo van hield. Daar wil ik ook even zijn, dan voel ik me dicht bij haar.
Stilaan begint het landschap te veranderen. De bergen komen in zicht. En de meren. We maken even een korte wandeling aan de Forggensee. ‘Ons’dorp grenst aan het meer. Hier gaan we een van de dagen zeker fietsen.
We checken in in het Landgasthof zur Post in Schwangau. Het is een eenvoudig hotel met kamers in typisch Beierse stijl, maar het ziet er nieuw uit en het is kraakproper. En de ontvangst is zeer hartelijk. Als je voor het hotel staat kijk je recht op Schloss Neuschwanstein.
We zijn wat laat voor de lunch en besluiten om een keer over te slaan en bij de plaatselijke bakker/tearoom Kaffee und Kuchen te gaan snoepen en vanavond op een schappelijk uur te gaan eten. De aardbeientaart en de Schwarzwälder Kirschtorte smaken voortreffelijk.
Na ons vieruurtje nemen we de fiets en rijden de paar kilometer naar Füssen langs een mooi pad. Het gaat flink op en af … we zitten in de bergen. Maar hoe mooi is het hier! Füssen is gezellig maar ook best wel druk. Blijkbaar ook een trekpleister voor Japanse toeristen.
’s Avonds eten we Chinees. Het is een keer iets anders
Dinsdag 13 juni
Na een sober ontbijt (we zijn verwend de afgelopen weken) fietsen we naar de kastelen van Koning Ludwig II van Beieren, de ‘sprookjeskoning’. Verder dan de kassa komen we niet. Fietsen tot aan de kastelen is verboden (maar wel te doen). Je kan te voet, met een shuttlebus of met een koets. Of met de auto tot aan de betaalparking. Als het maar geld opbrengt. Zo proppen ze bijvoorbeeld 12 man in een koets getrokken door 2 paarden. 12 x 8 euro = 96 euro voor een ritje. Goed verdiend!
Het is ook nog niet zo simpel om aan tickets te geraken. Ze worden online verkocht met tijdsloten maar voor juni en juli is alles al uitverkocht. Aan de kassa worden nog enkele dagtickets verkocht. Wij waren er om 9u10 en konden nog tickets krijgen om 11u35 voor Schloss Neuschwanstein. Geen tickets meer voor Hohenschwangau. Wat doen we? Gaan we wachten tot 11u35 of vergeten we de kastelen. Toen we hier de vorige keer waren met mijn moeder en haar vriendin, was het kasteel gesloten. We besluiten het tijdslot van 11u35 te nemen en in de tussentijd te voet naar Hohenschwangau te gaan (steil!!), dan hebben we tenminste de buitenkant gezien. En het uitzicht van boven is ook niet min.
We gaan daarna ook te voet naar Neuschwanstein, 40 minuten klimmen. Wat ben ik weer trots op mezelf. We zijn te vroeg – Duitsers zijn stipter dan stipt, dat hebben we ook gemerkt op het openbaar vervoer – en bekijken het kasteel alvast van de buitenkant. Ja, die Ludwig II had veel fantasie, dat is het minste wat je kan zeggen.
In het kasteel krijgen we een audioguide die Nederlands spreekt en hoeven we niet achter een mens aan te lopen. Helaas mag je binnen niet fotograferen. Je kan uiteraard in de winkel nadien wel dure boekjes kopen met mooie foto’s. Gaan we niet doen. Ik zoek en vind online wel wat foto’s die ik mag delen. Foto 1, 2 en 3 zijn trouwens van mezelf. Toch even ongehoorzaam geweest.
Na de lunch op het terras van een heerlijk Italiaans restaurantje in een rustige zijstraat in Füssen springen we terug de fiets op en gaan we een rondje Forggensee fietsen, een ‘mittelschwere’ rit van 30 kilometer. Het is een prachtige rit. De omgeving is werkelijk schitterend, maar bij mittelschwer stel ik me nogmaals toch iets anders voor. Het is zwaar, zeer zwaar en na al dat klimmen en stappen deze morgen (7.5 kilometer) heb ik het echt wel gehad. Gelukkig moeten we vanaf ongeveer goed de helft alleen nog dalen. We eten ergens onderweg een ijsje en Manlief neemt twee keer een frisse duik in het meer.
’s Avonds zijn we toch zo’n beetje uitgeteld en we besluiten om morgen een rustdag in te lassen. In de Tour, de Vuelta en de Giro doen ze dat tenslotte ook. We gaan een rit met de auto te doen. Ik versier nog op de valreep tickets voor Schloss Linderhof. En ik zoek tot een kot in de nacht naar hotels aan de Bodensee voor nog twee extra nachten. Ik wil nog niet naar huis, maar de betaalbare hotels zijn allemaal volzet en meer dan 200 euro voor een nacht kan ik er niet aan geven. Ja, de Bodensee is een dure côté. Met spijt in het hart boek ik dan maar een overnachtingshotel in Heidelberg.
En het vervolg lees je in een volgende aflevering …
Geen opmerkingen:
Een reactie posten