zondag 14 september 2014

Nomandië



Ons laatste tripje was alweer bijna een maand geleden ... hoog tijd dus voor nog eens een klein reisje. ;-) Een weekje Haute Normandie deze keer, een streek die we nog niet kenden. De Côte d'Albâtre dankt zijn naam aan 140 km krijtrotsen gelegen tussen de monding van de Somme in het noorden en die van de Seine in het zuiden. In Étretat zijn de falaises het mooist: hier rijzen de rotsen 50-60 meter verticaal uit de zee omhoog.

Vandaar dat ik in deze buurt een hotelletje had uitgezocht, meer bepaald in het landelijke dorp Les Loges. Een dorp waar het nog ruikt naar vers gebakken brood als je voorbij de bakker wandelt. Een dorp waar vanaf 7 uur 's morgens tot 11 uur 's avonds de kerkklokken ieder kwartier luiden en waar geen mens er van wakker ligt dat een enkele toerist wel eens graag uitslaapt tijdens zijn vakantie. Zo'n dorp dus. Heerlijk rustig en toch maar tien minuten rijden van de drukte van Étretat. Hoewel 'drukte' in dit seizoen een zeer relatief begrip is.

We werden hartelijk welkom geheten door François in Les Loges d'Étretat, kregen een uitgebreide uitleg over de oorsprong van het mooie 18de eeuwse gebouw in de typische "brick & flint" stijl van de Caux en werden naar onze kamer geëscorteerd. Een ruime kamer op het gelijkvloers met alle nodige moderne luxe voorzieningen waaronder een badkamer met een enorme inloopdouche. De overige zes kamers zijn allemaal in dezelfde trendy stijl ingericht, zij het met andere kleuren en net iets andere meubels. Erg mooi gedaan! Ook op het tuinterras en in de tuin was het heerlijk vertoeven.

Gewapend met een lijstje eetadresjes togen wij in de late namiddag naar het toeristische Étretat, voor een aperitiefje op een terras in de zon en een maaltijd met een prachtig panoramisch zicht op enerzijds de Falaise d'Aval en anderzijds de Falaise d'Amont. De mooie zonsondergang kregen we er gratis bij.

De volgende dag zijn we trouwens teruggekeerd om uitgebreid te gaan wandelen door deze toch wel woeste natuur. Hoewel Étretat maar een klein stadje is hebben we er ons uren vermaakt, rots op en rots af, en nog een rots verder, ...  Erg mooi, de ruwe rotsen waar de zee tegenaan beukt, de  wilde bloemen overal, het uitzicht dat overal anders is. En de vissers die hun lekkere buit aanvoerden in kleine bootjes. Tourteaux, bar de ligne, homards, ... 's Morgens op het strand, 's avonds op het bord. Verser kan niet.

Ook de aangrenzende dorpen en stadjes zijn uitgebreid aan bod gekomen, alsook het schitterende binnenland met zijn grazende koeien in de wei, de rollen stro op het land, bossen waar het licht zo mooi doorheen scheen. Genieten met een Grote G, en dat allemaal met open dak en een temperatuur van zo'n 20-23 graden, in Rouen zelfs 25 graden. Heerlijk!

Omdat het overal erg stil was en we toch wat gezelligheid en ambiance ambieerden, zijn we ook een dag naar Honfleur en Deauville in de Basse Normandie geweest. Honfleur zal zowat de meest toeristische stad van Normandië zijn, en aan het Vieux Bassin was het inderdaad heel druk. Het staat er dan ook overvol met terrassen. Je kan er nauwelijks passeren. De binnenstad is rustiger en er zijn een aantal hele mooie kunstgalerijen. Helaas was het beeldhouwwerk van Marie-Paule Deville-Chabrolle waarop ik mijn oog had laten vallen niet voor onze portemonnee. Deauville is ook geanimeerd, maar het trekt een totaal ander publiek aan. Aan 30 euro per dag voor twee strandstoelen is dit dan ook niet direct een plek voor jan-met-de-pet. We hebben trouwens niet op het strand gezeten, het is een zonnig terras geworden.

In Dieppe en Rouen zijn we ook geweest. Dieppe vanwege het Festival International de Cerf-Volant (vliegerfestival), dit jaar in het teken van India en Indonesië. De stad op zich was niet zo interessant, het festival was eens tof om te zien. Er wordt op muziek gevliegerd, wat zeer artistiek gedaan was.

Rouen vond ik dan weer wel een heel mooie stad. Het historisch centrum is compact maar goed bewaard gebleven. Heel veel mooie vakwerkhuizen, een aantal grote kerken (helaas allemaal in de steigers), en een hele prettige sfeer. Veel restaurantjes en terrasjes langsheen onze stadswandeling. Daar hebben we dan ook volop van genoten!

Op de terugweg naar huis zijn we langs Saint-Valéry-sur-Somme gereden en hebben daar nog even rondgewandeld. Ik had er mij meer van voorgesteld. Als je de oversteek van de Baai van de Somme niet doet, dan valt er weinig te beleven daar. Het was er overigens wel stikdruk! Verder langs Calais naar De Panne om nog even te genieten van de laatste zonnestralen.

En zo kwam er weer een einde aan ons uitstapje. Wat hebben we geluk gehad met het weer. Daar staat en valt alles mee!