zondag 15 juli 2007

Rousillon en Frans-Baskenland

Ik was zo verstandig geweest om de laatste dagen voor vertrek niet meer te gaan werken. Het hele inpakken en wegwezen gebeurt dan toch een stuk meer 'op het gemak'. Zelfs mijn vrees dat we niet alles in de koffer van mijn auto zouden krijgen bleek helemaal ongegrond.

Zo togen we dus richting Frankrijk op 13 juni. Chambre d'hôte voor onderweg, hotel voor de eerste etappe, appartement voor de laatste etappe ... alles was netjes op voorhand geboekt. Ik hou wel van wat zekerheid op dat vlak.

Onze eerste stop was in de Auvergne waar ik een overnachting geboekt had in het Domaine de Ternant, een groot landgoed (chambre d'hôte) midden in het natuurpark 'Volcans d'Auvergne'. Het regende lichtjes toen we daar aankwamen en het hele gebied leek mij erg donker en somber. Brrr. 's Avonds een regionaal menu gegeten in de Auberge des Muletiers. Ik herinner me mijn brandade de morue (een aardappelpuree waarin stukjes rauwe kabeljauw verwerkt zijn en dat even de oven in gaat) en de pieds de cochon (quoi? des pieds de cochon?? Ah oui, c'est une délicatesse! C'est une substance plus ou moins gélatineuse ...) die mijn man kreeg voorgeschoteld. Hij vond het nog lekker ook bovendien! Ik vond eigenlijk alleen de kaasjes en het brood lekker.

De volgende morgen goot het en zag je geen hand voor ogen van de mist. Ondanks het feit dat een vriendin van me ons de prachtige weerspreuk "Rond den elven komt het weder tot z'n zelven, maar om half tien kan je er nog niets van zien" had meegegeven, hebben we daarop niet gewacht en zijn we eerder dan gepland richting zuiden vertrokken.

Wij in full speed naar het zuiden dus, naar het warme weer. Dachten we, maar aangekomen in Argelès-sur-Mer viel dat behoorlijk tegen. De zon scheen wel een beetje maar het waaide hard en de wind was fris.

We settelden ons in het vooraf geboekte hotel Le Cottage - een prima adresje trouwens van de keten Relais du Silence, en trokken op verkenning. Het haventje was op zich wel gezellig maar om daar aan het water wat te eten was het te koud. Zo kwamen we terecht bij L'Amadeüs, een gastronomisch restaurant waar we zeer fijn gegeten hebben voor een zeer schappelijke prijs.

Tijdens onze vijf dagen in de Roussillon is het weer gestadig zonniger en warmer geworden en hebben we prachtige uitstappen gemaakt naar nabij gelegen stadjes zoals Collioure en Banyuls, maar ook in de Pyrénées Orientales. Een schitterend gebied. We vonden het allebei heerlijk om met het dak neergeklapt aan een gezapig tempo over de smalle en bochtige weggetjes te cruisen. Pure ontspanning!

Onderweg, zo ongeveer in the middle of nowhere, tijdens een ritje in het Pays des Cathars, in het onooglijke plaatsje Maury hebben we zeer toevallig nog een prachtig restaurant ontdekt, het 
Maison du Terroir van Pascal Borrell, een naam om te onthouden. Bij kenners van *-restaurants wellicht een bekende naam, voor mij totaal nieuw maar een ware ontdekking.

De dag dat we uit de Roussillon vertrokken naar Frans Baskenland - dwars door Zuid-Frankrijk de Pyreneeën over dus - was het snikheet! Dat beloofde voor het laatste deel van onze vakantie ...

Na check-in in ons appartement in de Résidence du Golf in Saint-Jean-de-Luz togen we op verkenning. Ons viel de vreemde bouwstijl op. 'Vreemd' in die zin dat het plaatje niet klopte: vakwerkhuizen met donker gekleurde houten balkonnen, inclusief geraniums en massa's hortensia's in de tuinen. Het leek wel of we in een of andere bergstreek waren aanbeland. Geen bougainvillea's hier, geen oleanders, zelfs niet één armzalig palmboompje ... Enfin, niet getreurd. De stranden waren prachtig breed met goudgeel fijn zand, en een enorm goede surf voor de liefhebbers. Het was er alleen wel broeierig heet, 36 graden gaf de buitentemperatuurmeter in de auto aan. 90 percent vochtig wist de hygrometer op een pleintje ons te vertellen.
Het mondaine Biarritz hebben we bezocht (my cup of tea), de bakermat van de 
espadrilles. Natuurlijk heb ik ook een paar gekocht, de échte, met een lint rond de enkel, in koraalrood.

Na dag 2 veranderde het weer. 's Morgens was het nog half zonnig, maar tegen de middag kwamen de wolken opzetten en 's avonds regende het vaak. Nog een paar dagen later zou het niet meer ophouden met regenen en bedroeg de dagtemperatuur nog 14 graden.

Een halve dag hebben we op het strand gezeten en voor de rest van de tijd hebben we veel sightseeing gedaan in de buurt en wat verder weg: o.m. Hondaribbia, een vissersdorp net over de Spaanse grens, met het houten treintje naar La Rhune (in de bergen en koud dat het was!), naar de Col d'Aubisque in de Hautes Pyrénées (prachtig!), naar Bayonne (jambon de Bayonne gegeten natuurlijk) in de regen en naar Donostia (San Sebastián) in de regen op txikiteo (pinxtos hopping).
Toen hadden we het helemaal gehad met de regen en de kou en zijn we voortijdig naar huis terug afgereisd.

Mijn speciale dank gaat uit naar Claire, de text-to-speech stem van onze GPS, die ons feilloos doorheen het hele parcours heeft geleid. 'Zij' is Nederlandse en haar Frans is voor verbetering vatbaar, maar ook dat went. Zo hadden we in het begin niet meteen door wat ze bedoelde met "500 meter doorrijden op de départementale c'est ça". Later begrepen we dat ze de départementale 16A (seize A) bedoelde.

Tja, terug van weggeweest, vier dagen eerder dan voorzien. We hadden al dagen door de regen en de kou gelopen in Frans en Spaans Baskenland en hadden er helemaal genoeg van. Inpakken en wegwezen dus! Ooit schrijf ik nog wel eens een reisverslagje. Nu ligt de regen en de minder mooie herinneringen nog te vers in het geheugen. Over een paar dagen komen vast de mooie herinneringen weer boven. Zoals het lekkere eten in de Roussillon, en de prachtige ritten door de Pyreneeën met de wind in de haren.

Al is het drukste plein in het hart van Donostia (San Sebastián), de Plaza de la Constitución, in de regen ook wel een apart plaatje (zie foto)!