zondag 21 juli 2019

Weekend Leiden

 

Weekend Leiden

Vorig weekend hebben we met een grote vriendengroep drie dagen doorgebracht in Leiden. Een weekend met een portie cultuur, natuur, eten en drinken en vooral heel veel leute en plezier. 'Avondlijke' wandelingen inbegrepen!

Zoals je van mij gewend bent: ik ben beter met beelden dan met woorden, dus VEEL beelden en weinig woorden.



Ik hou van steden met water en daaraan heeft Leiden geen gebrek. En dan doel ik niet op de gigantische wolkbreuk waarmee we verwelkomd werden op vrijdag. Neen, ik bedoel de waterlopen, de grachten en de vele bruggetjes die de stad rijk is.



Tijdens onze wandeling met de stadsgids leerden we over Rembrandt en de Gouden Eeuw, over Leids laken, over de ontzetting van Leiden, over de Hofjes en nog veel meer. Dat weekend vonden toevallig ook de Leidse Rembrandtdagen plaats. Leiden ging zomaar even 350 jaar terug in de tijd. In heel de binnenstad brachten honderden figuranten in authentieke kleding Leiden terug naar de periode dat Rembrandt er woonde. Hiervoor was er een speciale Rembrandt-wandeling uitgezet met onderweg taferelen uit de 17de eeuw. Mooi gedaan en eens tof om mee te maken.



Een museumbezoek kon natuurlijk ook niet ontbreken. Er was gekozen voor Museum De Lakenhal omdat de Vlaamse kunstfotografe Karin Borghouts, nicht van een van onze groepsleden, de opdracht had gekregen om tijdens de renovatie van het museum de werkzaamheden te fotograferen. Haar bijzondere foto’s hangen in een van de tentoonstellingsruimtes en de uitleg werd ons gegeven door Karin zelf. Later kregen we nog de kans om de andere collecties van het museum te bezoeken.



We bleven pech hebben met het weer, al werd het wel droog toen we vertrokken voor onze zondagse ochtendwandeling in de Hortus Botanicus, de oudste plantentuin van Nederland die al sinds de 16de eeuw bestaat. De Hortus is een mooie tuin die onderverdeeld is in thematuinen met veel afwisseling: bomen, planten, bloemen, kruiden, …




Zondagnamiddag stond er een boottocht op de Kagerplassen op het programma. De Kagerplassen bestaan uit 12 verschillende meren die omzoomd zijn door een netwerk van kleine rietsloten en vaarten. Tussen en om deze meren bevinden zich diverse eilandjes en polders met veel oude molens en hier en daar een boerderij. Het werd een ontspannen boottocht en tevens het einde van ons weekend.






woensdag 3 juli 2019

Zwitserland en Italië

 

De vakantie

Grüezi mitenand!
Grüessech!

In dit Schweizerdeutsch (Schwyzerdütsch), dat soms moeilijk te verstaan is, werden wij vaak begroet in het mooie Zwitserland. Gegroet samen! Ik groet u!

Ik groet jou, lezer, en ik wil je vertellen over de mooie reis die wij gemaakt hebben. Eens iets totaal anders want normaal trekken wij zuidwaarts in juni: Zuid-Frankrijk, Spanje, Zuid-Italië, Portugal, ... Ik heb vroeger, toen ik nog met mijn ouders op vakantie ging, genoeg bergen gezien voor de rest van mijn leven. Dat zei ik tenminste altijd.

En dan was daar toch plots die goesting om nog eens naar Zwitserland te gaan. En toen vond ik op het wereldwijde web ook nog eens een hele mooie route: de Grand Tour of Switzerland. Die zouden we gaan rijden, en we zouden er drie weken over doen. Alleen bleek al gauw dat dit financieel niet haalbaar was. Hotels zijn pokkeduur, en niet alleen hotels! Daarom hebben we ervoor gekozen om delen van Zwitserland waar we vroeger al geweest waren over te slaan en de meeste nachten in Italië te verblijven. Niet al te ver van de grens zodat we toch Zwitserland konden zien zonder er te moeten logeren. 

De eerste dag (5 juni) zijn we meteen tot in Luzern gereden. Dat ging vrij vlot. Regen tot in Luxemburg en daarna zon en (heel) warm. Aangekomen bij het hotel konden we nog heerlijk op het terras eten bij een temperatuur van 29 graden.

Dat was de volgende dag wel anders. 15 graden wees de thermometer aan en het was grijs maar droog. Goed weer voor een stadswandeling in de voormiddag. Luzern is een aangename stad waar veel te zien is. En het is ook de ideale locatie voor uitstapjes in Centraal Zwitserland.

Kapellbrücke, Luzern

In de namiddag hebben we de auto genomen voor een rondje Vierwaldstättersee: Luzern - Beckenried - Vitznau - Weggis - Küssnacht - Luzern. De zon kwam ook nog piepen toen we aan de voet stonden van de Mont Rigi met zijn besneeuwde toppen. Wat is het Berner Oberland mooi!

Vierwaldstättersee

Vanuit Luzern, waar we vier nachten verbleven, hebben we ook nog uitstappen gemaakt naar de Thunersee en de Brienzerzee. Het was er overal nog erg rustig en Brienz is gezellig en typisch Zwitsers, en zalig om te wandelen aan de meren. Interlaken was ook mooi, en Lauterbrunnen waar we zaten te picknicken op een plekje aan een waterval met vol zicht op de Jungfraujoch.

Picknicken met uitzicht

Op onze laatste dag in Luzern zijn we 's avonds nog eens de stad in geweest. Het was prachtig weer en zo heb ik toch nog zonnige foto's van de Kapellbrücke, het uithangbord van Luzern. Voormiddags zijn we nog naar Schaffhausen gereden voor de Rheinfall. Daar hebben we als echte toeristen een boottochtje geboekt voor een paar rondjes op de Rijn tot vlakbij de denderende waterval. Echt wel de moeite. Maar druk, druk, druk, ...

Rheinfall, Schaffhausen

We hebben ook nog Stein am Rhein bezocht, een middeleeuws stadje met mooi beschilderde huizen. We waren in de buurt want het was maar een klein eindje rijden vanaf de Rheinfall. Echt wel om je ogen uit te kijken. Manlief wou nog naar Burg Hohenklingen stappen maar dat was mij te veel klimwerk. 

Stein am Rhein

We hadden gepland de Vier-passen route te rijden (Grimsel, Gotthard, Nufenen, Susten), maar drie van de vier passen waren nog niet open vanwege sneeuw en risico op lawines. En dat half juni!

O ja, in Zwitserland picknickten we 's middags omdat de prijzen van eten en drinken daar echt over de top zijn. Vijfentwintig Zwitserse francs (22.50 euro) voor een eenvoudige spaghetti, zes francs (5.40 euro) voor een flesje bruiswater van 33 cl. Minimum acht francs (7.20 euro) voor 100 cl lokale wijn. Honderd centiliter ... drie slokken en het is op! We hadden een koeltas bij en in al onze hotels hadden we een koelkastje op de kamer. Picknickvoorzieningen zijn ook prima in Zwitserland. Mooi gelegen in de natuur, heel verzorgd en altijd met een proper sanitair blok. En de Coop in de dorpen heeft lekker vers brood en een keur aan beleg, salades, fruit, ... We zijn niets tekort gekomen!

Vanuit Luzern hadden we een lange rit voor de boeg naar onze tweede verblijfplaats, Bormio. In vogelvlucht misschien 20 km van de Zwitserse grens. Maar met vogelvlucht ben je niks als je met de auto bent. We wilden de route van de Grand Tour volgen en zijn dan via Appenzell, Liechtenstein en de Flüelapas gereden. De Appenzell regio is weer heel anders mooi. Het is er groen met veel koeien in de weiden. En ze hebben er lekkere kaas! In Vaduz is niks te zien buiten een oude ruïne. Maar goed, we zijn eens in Liechtenstein geweest.

Appenzell

Appenzeller Käse

Liechtenstein

Op tien kilometer van onze bestemming, op het hoogste punt van de Umbrail pas, stonden we plots voor een gesloten bareel: het laatste stuk van de Stelviopas waar wij over moesten, was nog niet open. Geen verwittiging voor we aan de pas begonnen, ofwel hebben we die niet gezien. In ieder geval, we moesten twee passen terug - in de plensende regen dan nog - en hebben daar zeker twee uren verloren.

Wegafzetting  boven aan de Passo dello Stelvio

De volgende dag was het geen te beste weer. Het was de bedoeling dat manlief een fiets zou huren om de Stelvio te rijden, maar het was zo koud en er stond zoveel wind, het zou niet verantwoord geweest zijn. We hebben dan maar het stuk Stelvio pas met de auto gereden tot zo ver we konden.

Bormio in de zomer stelt niet veel voor. Zeker niet bij slecht weer. Maar het hotel had een wellness, dus hebben we ons daar enkele uren vermaakt tot het opklaarde en we nog een kilometer of tien gewandeld hebben. En lekker geaperitiefd en gegeten in het stadje, aan prijzen waarvan we in België alleen maar kunnen dromen.

Passo dello Stelvio

Op dinsdag 11 juni vervolgden we onze reis en zijn we voor vijf nachten naar het Gardameer getrokken waar we logeerden in Colombare (Sirmione). Het was er drukkend warm toen we aankwamen en dat is tijdens de hele periode niet veranderd. Zeer onaangenaam weer met zon en veel bewolking.

De reden dat ik nog eens naar het Gardameer wou is puur sentimenteel. Daar hebben manlief en ik onze eerste vakantie samen doorgebracht. Met mijn ouders, ik mee in het gehuurde vakantiehuis en hij in een tentje in de tuin ... zo ging dat in het jaar 1974.

Sirmione

Het Gardameer viel tegen. Niet alleen vanwege de hitte, maar je struikelt er over de toeristen. En vrijwel alle stadjes lijken op elkaar. Had ik dat op voorhand geweten, dan had ik daar twee nachten minder geboekt.

Vanuit Sirmione hebben we een dagtrip gemaakt naar Verona. Een stad die ons heel erg meegevallen is. Veel te zien ook. Ik heb nood aan de combinatie cultuur/natuur tijdens mijn vakantie. En die portie cultuur vonden we onder andere in Verona.

HET balkon, Verona

Tijdens ons verblijf aan het Gardameer kwam er nog een fijne verrassing. Vrienden van ons waren onderweg van Trente naar Padua en zouden zo goed als voorbij het Gardameer komen. Zij een stukje omweg, wij een stukje rijden en samen heerlijk lunchen en bijpraten in Lazise (wat trouwens wel een aangenaam stadje is.

Zondag 16 juni uitgecheckt en naar Cannobio-Traffiume, nog net aan de Italiaanse kant van het Lago Maggiore. Hoewel het zondag was, was het heel druk op de baan en we zijn lang onderweg geweest. Angelo, de eigenaar van onze B&B, stond al op de uitkijk!

Hier wilden we toch wel weer wat actiever zijn. Dus stonden we de volgende morgen al vroeg - vanwege de warmte - aan de Villa Taranto om de tuinen te bezoeken. Machtig mooi en we waren de drukte voor. Na de tuinen hebben we in Baveno de ferry genomen naar de Borromeo eilanden. Op Isola Bella hebben we de barokke Villa Borromeo en de schitterende tuinen bezocht. Zeker de moeite. En op Isola Pescatori hebben we lekker gegeten.

Villa Taranto

Villa Borromeo, Isola Bella

De volgende dag hebben we de Centovalli gereden. Dat is een gebied van - de naam zegt het - 100 valleien en je slingert er duizelingwekkend hoog tussen de pijn- en kastanjebomen. Er wordt aangeraden deze rit met de trein te doen (van Locarno naar Domodossola en terug langs dezelfde weg) omdat de wegen smal zijn en heel erg bochtig. Maar wij rijden graag en wij hebben geen schrik van wat bochten. Omdat wij vanuit Cannobio vertrokken konden we er een loop van maken - langs de Italiaanse kant heen, langs de Zwitserse kant terug - en hebben we er ook nog de Valle Cannobina en de Valle Vigezzo bij gedaan. Misschien wel de mooiste rit van de hele vakantie. Je komt er ook door kleine dorpjes, soms wonen er maar twintig mensen. Daar krijg je nog een lekkere cappuccino voor 1.30 euro.

Dorp Centovalli

Centovalli

Aan het einde van onze rit, in Locarno, zijn we doorgereden naar Bellinzona waar we de Tre Castelli ge-/bezocht hebben. Drie middeleeuwse kastelen, UNESCO werelderfgoed. We hebben ze trouwens alleen aan de buitenkant gezien want in één van de kastelen was er een tentoonstelling die ons niet aansprak, voor het andere kasteel waren we te laat en het derde hebben we door wegenwerken en onduidelijke omleidingen niet gevonden.

Castello di Montebello, Bellinzona

We zijn ook nog naar Andermatt geweest, via de Gotthard pas. Langs de nieuwe pas heen, langs de oude pas terug. Prachtig! In Andermatt zelf was veel nog gesloten. Het is een typische wintersportplaats. Het stadje ligt op 1447 meter, de temperatuur was er dus wel zalig. Zon en zuivere berglucht, ik voel dat direct.

Passo San Gottardo

Dat was ook zo in Saas-Almagell (1672 m hoogte) waar we de volgende drie nachten zouden verblijven. Heerlijke frisse berglucht daar in de hoge Alpen. Als hotelgast in het Saasdal krijg je een Gästekarte waarmee je gratis (*) de gele postbussen en de kabelbanen kan nemen. Daar hebben we natuurlijk gretig gebruik van gemaakt. De gele postbus bracht ons o.a. naar Saas-Fee waarna we door het woud teruggewandeld zijn naar Saas-Almagell.

(*) Gratis ... niks is gratis. De verblijfstaks is hier zeer hoog met 7 euro per persoon per dag, terwijl dat op andere locaties maar tussen de 1,5 en 2 euro pppn was.


Wandeling 

En ook een keer met de bus naar Saas-Grund, dan met de kabelbaan naar Triftalp waar toevallig die dag de koeien naar de alp gebracht werden waar ze de rest van de zomer verblijven. Er wordt daar zo'n klein feestje rond gebouwd voor de bewoners en de schaarse toeristen. Leuk om eens mee te maken.

Triftalp

Nadien verder met de kabelbaan naar Hohsaas op 3140 meter hoogte. Daar hebben we ons na een kleine wandeling (veel te veel klimwerk voor mij) in het bergrestaurant in de zon gezet met een dure cappuccino om te genieten van de 18 besneeuwde vierduizenders rondom ons. In de verte zagen we de zomerskiërs hun ding doen. Het was er overweldigend mooi! 

Hohsaas

Hohsaas panorama

Vanuit de kabelbaan

Daarna afgedaald met de kabelbaan naar Kreuzboden voor een mooie wandeling 'Wellness & Genussweg'. We hoopten gemzen en 'Murmeltiere' te zien maar het is bij wat keutels gebleven.

Dit was een 'leichte' wandeling, maar ik begrijp nu dat 'leicht' niet persé 'vlak' hoeft te betekenen. Het was klimmen en dalen maar wel over goed begaanbare paden. En er was wat afwisseling onderweg onder de vorm van ligbedden, een fit-o-meter, een hangbrug, ... Echt een leuke wandeling. 

Wellness & Genussweg, Kreuzboden

Verder zijn we ook nog naar Grimentz geweest. Grimentz behoort tot de mooiste dopen van Zwitserland met zijn historisch centrum met houten huizen uit de 17de eeuw die nog steeds bewoond worden.

Grimentz

Onze laatste twee nachten zouden we doorbrengen aan het Meer van Genève, maar dat verblijf heb ik geannuleerd. Het was genoeg. We wilden allebei graag naar huis. Het facetimen met onze Kleine Man zal hieraan niet vreemd geweest zijn.

Maandag 24 juni zijn we dan in één trek terug naar huis gereden, een stuk met de Lötschtunnel autotrein naar Kandersteg. Ik vond het maar akelig in die lange donkere tunnel. Van Kandersteg, waar ik ook nog wel een keer naar terug wil, verder naar Basel en dan maar scheuren over de Duitse Autobahn. Heerlijk!

Lötschtunnel

Wat zeker zal bijblijven is dat we tijdens heel deze reis heel veel Baustellen en Stau hebben getrotseerd!


Info voor mezelf:
aantal km gereden: 4.587 km gereden deur tot deur
aantal km gewandeld: 97 km.

Weer:
Van alles wat.
Berner Oberland: een dag bewolkt en de rest volle zon. Heerlijk weer!
Bormio: bewolkt, klein beetje zon.
Gardameer: veel zon met bewolking en heel zwoel. Onaangenaam weer.
Lago Maggiore: veel zon met wat wolken maar toch al aangenamer dan aan het Gardameer.
Wallis: een dag bewolkt en de rest volle zon. Heerlijk weer!

Hotels:
4 nachten: hotel Felmis, Horw-Luzern
2 nachten: hotel Baita dei Pini, Bormio
5 nachten: hotel International, Colombare-Sirmione
5 nachten: B&B Locanda dei Pini, Traffiume-Cannobio
3 nachten: hotel Mattmarkblick, Saas-Almagell


Zoals altijd: hotel reviews op Tripadvisor.

Wandelschoenen aan!