zondag 15 december 2024

Lissabon

We wilden eens een keer iets anders zo rond de feestdagen, iets waar misschien de zon toch nog een beetje scheen. Onze keuze viel op Lissabon. 

10 december
Mooi op tijd kwamen we aan in Brussels Airport voor onze vlucht naar Lissabon. Wij zijn liever een uur te vroeg dan een minuut te laat. En gelukkig want het was pokkedruk bij de security check. Meer dan een uur hebben we aangeschoven! Met als gevolg dat er al "last call" op de borden stond toen we onderweg waren naar de gate. We waren net op tijd om te boarden. So far, so good.

Twee en een half uur later landden we op Humberto Delgado Airport waar we werden verwelkomd met zon en blauwe lucht. En toen ging het even fout met het zoeken naar de juiste bus naar ons hotel ... we vonden gemakkelijk de bushalte voor bus 722 of 744. Helaas ging de bus naar de verkeerde kant. Daar kwamen we pas achter aan de eindhalte omdat er in de bus geen info was.


We zijn uiteindelijk toch geraakt waar we moesten zijn, alleen wat later dan verwacht. Neergeploft op het eerste het beste zonnige terras om wat te eten. 

Vlot ingecheckt in Maxime Hotel, een voormalig cabaret waar trouwens nog steeds optredens plaatsvinden. Donker, duister, veel zwart en rood. Kortom een beetje kinky. Al had ik wel een gewone kamer geboekt. De Bondage Room vond ik er net wat over. Koffers neergezet en de stad in. 


Overal in de stad was er prachtige kerstversiering. En later op de avond genoten we van de mooie en uitbundige verlichting. In Lissabon, net zoals in andere grote steden, ook veel bedelaars. Toen we vanavond buiten (!) zaten te eten zag ik enkele meters verder een dakloze in een portaal een dekentje spreiden voor de nacht. Schrijnend.
Ondanks dat hadden we een toffe eerste dag met 14.200 stappen op de teller.


11 december

Na een goede nachtrust en een lekker ontbijt waren we tegen half tien alweer onderweg. Het was frisjes buiten maar de zon scheen volop.

Ik had 72 uurs Lisboa Cards gekocht waarmee we gratis al het openbaar vervoer mogen gebruiken en ook toegang hebben tot 51 attracties. We zijn al eerder een dag in Lissabon geweest maar hadden toen geen tijd om iets te bezoeken. Dat maken we nu goed.

Voor vandaag stonden o.a. het Mosteiro dos Jerónimos en de Torre de Belém op het programma. Deze bevinden zich op een kilometer of acht van ons hotel aan de Taag. Een lange rit met tram 15 ... waarvoor we ongeveer een half uur naar de halte hebben gezocht. Openbaar vervoer en wij ... het blijft een moeilijke combinatie.

Het Moteiro dos Jerónimos is een prachtig bouwwerk in Portugese gotiek uit de 16de eeuw. In de kloosterkerk, Igreja de Santa Maria de Belém zien we de tombe van Vasco da Gama die hier begraven is.

Mosteiro dos Jerónimos is een 16e-eeuws hiëronymietenklooster in Belém, een stadsdeel van de Portugese hoofdstad Lissabon. Het is het meest opmerkelijke Portugese kloostergeheel van zijn tijd. Het wordt beschouwd als het hoogtepunt van de manuelijnse architectuur en de kloosterkerk als een van de belangrijkste hallenkerken van Europa. De bouw begon op initiatief van koning Manuel I in het begin van de 16e eeuw en zou honderd jaar duren. Het Mosteiro dos Jerónimos is sinds 1907 geclassificeerd als nationaal monument en in 1983 werd het samen met de Torre de Bélem erkend als UNESCO-Werelderfgoed.

De Torre de Belém, gebouwd tussen 1515 en 1521, is een verdedigingstoren aan de oever van de rivier de Taag in Belém, een voorstad van Lissabon. Het bouwwerk in laatgotische Manuelstijl is in het begin van de 16de eeuw opgericht om de ontdekkingsreizen van Vasco da Gama en de grandeur van de Portugese macht in het tijdperk van de grote ontdekkingen te herdenken.De Torre de Belém werd enerzijds opgericht als ceremoniële toegangspoort tot Lissabon en anderzijds als onderdeel van het verdedigingssysteem voor de Taag en het nabijgelegen klooster. 

Onderweg naar de Torre de Belém passeerden we nog het Padrão dos Descobrimentos, een groot stenen monument voor de Portugese ontdekkingsreizigers, dat in 1960 op de oever van de Taag werd geplaatst. 


Na de Torre (véééél trappen!) nemen we de tram naar Time Out Market, te vergelijken met de Markthal in Rotterdam en de Vleeshalle in Mechelen: het ene eetstandje naast het andere en in het midden lange tafels. We eten er een hapje bij Pinóquio.


Het is inmiddels weer lekker warm geworden en we besluiten te voet naar LX Factory in de wijk Alcantara te wandelen. Onderweg nemen we alsnog voor een paar haltes de tram. Het was zó'n saaie weg. LX Factory is een kunstproject in een industriële omgeving met meer dan 50 winkels, restaurants en barretjes. Ook veel mooie murals.


Later nog even rondgekeken op Praça do Comercio, het voornaamste plein van de stad en een van de grootste van Europa met de imposante Arco da Rua Augusta, een triomfboog die van het plein leidt naar de wijk Baixa. Hier staat ook de grote kerstboom.


En dan naar Restaurante Figu's waar ik gereserveerd had voor het diner. De avond werd afgesloten met een shotje Ginja (kersenlikeur) op de kerstmarkt. Ruim 20.000 stappen later waren we terug in het hotel.

12 december
Dag drie begon op dezelfde manier als dag twee. De zon had het aanvankelijk wat moeilijk maar tegen de tijd dat we ontbeten hadden brak ze toch door. We hadden geen vastomlijnd plan want de dingen die we wilden zien lagen allemaal nogal ver uit elkaar. Dank dus voor gratis met bus, tram, metro en zelfs trein en boot als het moet.

Eerst maar eens met het antiek trammetje 28 naar Alfama, de oudste wijk van Lissabon die hoog bovenin de stad ligt. Lissabon is gebouwd op zeven heuvels en het gaat vaak heel steil naar boven. A propos, de antieke trams hebben wel, zoals al het openbaar vervoer, WiFi aan boord.


We wilden uitstappen aan de Miradouro Santa Luzia maar we waren er voorbij voor we er erg in hadden. Dan maar mee tot aan de eindhalte en daar tram 12 genomen (zelfde maar kortere route als de 28) en wel op tijd uitgestapt. Wat een prachtig uitzicht heb je daar van boven. Er lagen twee gigantische cruiseschepen aangemeerd. We horen hier ook heel veel Amerikaans.


Na een dure cappuccino op een mooi terras terug te voet een stuk naar beneden voor een bezoek aan de Sé de Lisboa (kathedraal) en de Igreja de Santo António. Alfama telt zeer veel kerken.

De Sé de Lisboa (of Igreja de Santa Maria Maior) is een kathedraal in Alfama, in het centrum van Lissabon. De kerk werd gebouwd nadat Alfonso Henriques de stad in 1147 had veroverd op de Moren. Op de plek van de nieuwe kerk zou een 12e-eeuwse moskee hebben gestaan. Het gebouw heeft vele aardbevingen doorstaan, waarvan de zwaarste in 1755 was. Hierbij liep het gebouw zware schade op. In de eeuwen daarop is het gebouw verschillende malen gerenoveerd.

Ondertussen was het al bijna twee uur en tijd voor een lekkere eggs benedict bij Dear Breakfast.


En dan de bus op naar het Castelo de São Jorge dat hoog boven de stad uittorent. Ook hier weer een prachtig uitzicht over de stad. Het Castelo de São Jorge is het bekendste kasteel van Lissabon. Het ligt op de hoogste heuvel van de stad en kijkt uit over de brede Taag. De fundamenten van het kasteel stammen al uit de 6e eeuw voor Christus.

Voor meer info: zie Wikipedia.


Nadien te voet een eind naar beneden tot mijn knie begon te protesteren. Tram 28 bracht uitkomst.  

Eenmaal in Chiado zijn we nog met de Elevador de Santa Justa naar Praça do Carmo "gereden" voor weer een ander uitzicht op de stad. Even rondgekeken en met de lift terug naar beneden.


De Elevador de Santa Justa is een 45 meter hoge lift die het centrum van Lissabon verbindt met de hoger geleden wijk Carmo. De bouw begon in 1900 en in 1902 was het bouwwerk klaar. De constructie is geheel uit ijzer opgebouwd en rondom versierd met neogotische figuren.

Half zes waren we terug in het hotel, moe en met zere knieën en voeten. 's Avonds terug naar buiten voor een lekkere pizza en een heel lekkere citroen panna cotta met bosbessensaus bij Ristorante La Squadra. Ondanks trams, bus en een elevador toch weer goed voor bijna 17.000 stappen.

13 december
Slecht geslapen. De komende volle maan zal daar wel voor iets tussen zitten. Toen ik naar buiten keek vanuit onze rustige kamer op de 5de verdieping zag ik dat het lichtjes regende. Ik had er al rekening mee gehouden en had nog wat indooractiviteiten en dingen "voor als we nog tijd hebben" achter de hand gehouden. We namen de bus naar het Museu Nacional do Azulejo. Een interessant museum waar je alles te weten komt over de oorsprong en de geschiedenis van de beroemde Portugese tegeltjes.

Het Museu Nacional do Azulejo is gehuisvest in het prachtige oude klooster Convento da Madre de Deus in het westelijk deel van Lissabon en is een van de belangrijkste nationale musea, vanwege de unieke collectie tegels. Deze volgt de historische, technische en artistieke ontwikkeling van de geglazuurde vierkante tegel in Portugal, vanaf de 15e eeuw tot heden. Nog steeds worden azulejos door kunstenaars gebruikt bij de inrichting van openbare plaatsen. Denk aan metrostations (in Brussel metrostation Jardin Botanique). In de 15de eeuw werd er uitsluitend met blauwe en gele verf gewerkt, in de 16de eeuw werd er meer blauw en wit gebruikt en in de 18de eeuw werden de schilderingen barok. In de 20ste eeuw zijn er azulejos in alle vormen en kleuren, ook driehoekig of rond en met diep reliëf (helaas moeilijk te zien op foto).   


Alleen al het kloostergebouw waarin het museum is ondergebracht, is prachtig om te zien. Het klooster werd in 1509 gebouwd in opdracht van koningin Leonore, vrouw van koning D. João II. Het bestaat uit een 16de eeuwse kloostergang, een kerk, een sacristie en een kapel. Het klooster is altijd nauw verbonden geweest met de rijke koninklijke familie. Dit is vooral zichtbaar in de Capela de Santo António met zijn weelderige barokke decoratie. Alle muren en plafonds bestaan uit Portugese schilderingen omrand met "talha dourada" (verguld houtsnijwerk). Talha dourada is, samen met azulejos, een van de meest originele en rijke artistieke uitingen van Portugal. Het wordt meestal gebruikt in de interieurdecoratie van kerken en kathedralen en van adellijke zalen in paleizen en grote openbare gebouwen. Het Portugese talha dourada, afkomstig uit de gotische tijd, bereikte zijn hoogtepunt tijdens het bewind van koning D. João V.


Toen we in het museum rondliepen hoorden we de regen kletteren op het dak. Toen we buiten kwamen was het droog en scheen de zon. Ze is niet meer weggeweest de rest van de dag. Van geluk gesproken.

Opnieuw de bus op naar het nieuwe gedeelte van Lissabon voor het beeld van de lynx van urban artist Bordalo II die 3D voorwerpen maakt uit afvalplastic waaronder andere deze 10 meter hoge lynx. Indrukwekkend en met oog voor detail, dat is wel het minste wat je kan zeggen.

Artur Bordalo (geboren in 1987) is een Portugese straatkunstenaar en zelfbenoemde artivist. Zijn werk bestaat voornamelijk uit grote installaties en muurschilderingen gemaakt van gerecycleerd afval, met de bedoeling afval en overconsumptie in onze wereld van vandaag onder de aandacht te brengen. Als jonge man bracht hij vele uren door met het kijken naar zijn grootvader, de schilder Artur Real Bordalo (1925–2017).
Hij begon met graffitikunst met spuitverf op muren toen hij 11 jaar oud was. Zijn werk staat in straten over de hele wereld.  In de tien jaar tussen 2012 en 2022 gebruikte hij meer dan 60 (of 115, volgens een andere schatting) ton afvalmateriaal om ongeveer 200 dierensculpturen te maken.

De hele omgeving in dat stadsdeel is indrukwekkend te noemen met zijn hypermodern treinstation (Oriente) van - wie anders dan - Santiago Calatrava, de Vasco da Gama shopping mall, de hoge flatgebouwen en de 12 km lange Vasco da Gama brug.


Verder hebben we ook nog wat street art meegepikt en een fijne lunch genoten bij Dote

Koffie in het Palácio do Chiado stond ook nog op het programma. Omdat het al zes uur was, is het een cocktail geworden. Ook lekker. En de locatie was prachtig. Het palacio werd gebouwd in 1781 en was een plek waar de aristocratie en de gegoede burgers samenkwamen om te dansen, om weelderige banketten te nuttigen en nieuwe kunstwerken te bewonderen.


Veel honger hadden we nadien niet meer maar een Italiaanse schotel met prosciutto en wat brood kan er altijd in.

12.500 stappen verder waren we weer terug bij het hotel. Opnieuw een goed gevulde dag.

14 december
Onze laatste dag. Laatste halve dag want ten laatste 12u moeten we op de luchthaven zijn.

Aan het ontbijt deze morgen viel mijn oog op een oude foto, van toen het hier nog een cabaret was. Of van daarvoor. En wat zie ik daar?
SABENA
Linhas Aereas Belgas.
Ik vond het bijzonder maar helaas vond ik er verder geen info over op het www.

Nog een laatste wandelingetje over de kleine kasseitjes waarvan we er duizenden hebben gedaan. Nog een ritje met de Ascensor da Gloria naar boven en te voet weer naar beneden. Er zijn drie ascensores/elevadores in de stad. Deze verbindt de Praça dos Restauradores beneden in de stad met de Miradouro de São Pedro de Alcântara (Bairro Alto) die (dacht ik) 120 meter hoger ligt. Onderweg kwamen we nog wat mooie murals tegen.


Nog even het parkje op "onze" Praça da Alegria bekeken, dan de bus op en naar de luchthaven.



zaterdag 14 september 2024

Tanzania en Zanzibar - ditjes en datjes

Geldzaken

De officiële munteenheid in Tanzania is de Tanzaniaanse Shilling (TZS).
Waarde: 1 Sh = 0,00030 euro / 1 euro = 3.333,33 Sh. De USDollar wordt overal aanvaard. Meer nog: de nationale parken aanvaarden uitsluitend USD en EUR. 

Op de meeste plaatsen kan je met creditcard betalen. Er wordt dan wel een fee aangerekend (variërend van 3 tot 5%). 

Cash geld kan je eigenlijk niet missen daar want er wordt voor alles en nog wat een tip (fooi) verwacht. 

Toen we van het vasteland naar Zanzibar vlogen wist ik niet of ik nog voldoende dollars had. Tijdens de safari hadden we vol pension en moesten alleen de drankjes nog betaald worden in de lodges/tentenkampen. En de fooien natuurlijk! Op Zanzibar verbleven we in kamer met ontbijt en ik had geen idee wat we zouden kwijt zijn aan eten en drinken en eventuele uitstapjes. 

Voor alle zekerheid dus maar shillings gaan pinnen op de luchthaven van Zanzibar. Voor een tegenwaarde van 200 euro kreeg ik 60 brieven van 10.000 shilling, een hele portemonnee vol. 


Fooien

Iedereen die een dienst verleent verwacht een tip. Kruiers, schoonmaakpersoneel, chauffeur, ranger, ... Het is niet verplicht maar het wordt wel verwacht. Voor mensen die in de toeristische industrie werken zijn fooien een significant deel van hun inkomen.

Als je in de hotels/lodges/tentenkampen aan iedereen apart een fooi gaat geven, dan blijf je bezig. Daarom staat er in de meeste accomodaties (in ons geval overal waar we gelogeerd hebben) een "tip box" bij de receptie waar je aan het einde van je verblijf een fooi in kan stoppen. Dat wordt dan verdeeld onder al het personeel.

Algemene regels wat betreft bedragen zijn er niet en ik vond het dan ook moeilijk om een bedrag vast te stellen. Op verschillende reisforums las ik volgende richtlijnen:
privé driverguide: 10-20 USD per persoon per dag
hotelpersoneel (tip box): 8-10 USD per persoon per dag
taxis: 3-5% van de prijs van de rit
restaurants: 3-5% 
kruiers: 1-2 USD per koffer

Het loopt erg snel op!

Prijsniveau

Voor ons, westerlingen, zijn eten en drinken in Tanzania en op Zanzibar niet duur. Je kan er een goede fles Zuid-Afrikaanse wijn drinken voor 20 USD ; hoofdgerecht vis/vlees/kip: tussen de 25.000 en 30.000 Sh (7.50 - 9 eur) ; desserts (ijs, panna cotta, chocolademousse, ...) 13.000 Sh (3.90 eur) ; pasta/pizza: 20.000 Sh (6 eur).


Eco

In alle lodges/tentenkampen waar we verbleven, werd er gebruik gemaakt van zonne-energie (zonnepanelen, zonneboilers). Ze zijn dus niet langer afhankelijk van generatoren, want de elektriciteit durft er wel eens uitvallen. Dat hebben we gehad toen we die lekkere kreeft van hierboven aan het eten waren in een restaurantje op het strand in Paje.

Klimaat

Wij waren er eind augustus en begin september, midden in het droge seizoen, het einde van de Oost-Afrikaanse winter. Het weerbeeld is niet in heel het land hetzelfde. In sommige hoger gelegen gebieden regent het wat meer en is het wat frisser dan bijvoorbeeld op de uitgestrekte savanne.

Arusha, noorden van Tanzania. Arusha ligt op 1.400 meter op het plateau van de Great Rift Valley aan de voet van de Mount Meru. Er komen grotere temperatuurschommelingen voor dan in de rest van het land. Ter info: 's avonds bij de turndown service werden er warmwaterkruiken in ons bed gelegd. Die wij overigens niet nodig hadden. De eerste nacht heeft het hard geregend.

Ngorongoro Crater, noorden van Tanzania. De Ngorongoro Crater ligt op 2.200 meter hoogte. Het is het meest koele deel van Tanzania dat wij bezocht hebben. Aangenaam warm overdag met koude nachten. 

Serengeti, noorden van Tanzania. De Serengeti kent een tropisch savanneklimaat met hoge temperaturen overdag en milde temperaturen 's nachts. Warm en vochtig klimaat.

Zanzibareen groot eiland voor de kust van Tanzania in de Indische Oceaan. Zanzibar heeft een tropisch moessonklimaat: heet en vochtig, zowel overdag als 's nachts. 

Algemeen genomen was het overal op het vasteland warm tot heet overdag en koel 's nachts. Geen enkele van onze accomodaties had airco en dat hebben we ook helemaal niet gemist.

Op Zanzibar was het heet en vochtig en het koelde ook 's nachts niet af. Gelukkig hadden we daar wel airco.

Afstanden

Tanzania is een groot land, het grootste land van Oost-Afrika. Wij hebben alleen in het noorden van het land gereisd, het meest toeristische deel. De hoofdwegen zijn goed berijdbaar, maar eens je in de parken bent is het al zand wat de klok slaat en gaat het voor geen meter meer vooruit. Wat natuurlijk ook de bedoeling is van een safari. Voorbeeld: van Tarangire National Park naar onze eerste verblijfplaats in de Serengeti was een rit van 5 uren (200 km). 


Vervoer

Tijdens de safari rijd je met een driverguide (chauffeur en gids in één) in een safarivoertuig (meestal een aangepaste Toyota Landcruiser) waarvan het dak omhoog kan geklapt worden zodat je kan rechtstaan in de auto om foto's te nemen. 



Op Zanzibar zijn taxis alom aanwezig. De officiële taxis zijn witte luxe Toyota SUV's met een bordje op de zijkant "licensed to carry passengers". De prijs tussen verschillende dorpen ligt min of meer vast. Voor langere trajecten wordt er een prijs afgesproken. Voor een heen-en-weer rit is het de gewoonte dat de chauffeur wacht tot je weer terug moet. Dus ook toen we een halve dag excursie deden naar Stone Town en de spice tour. 

Openbaar vervoer bestaat uit kleine "open" autobussen waar er soms niet voor iedereen plaats is. Uit het raam of uit de deur hangen is dan ook zeker niet ongewoon. Dit soort bussen stopt daar waar er reizigers staan te wachten. Ze nemen ook alles mee, bij voorbeeld enorme trossen bananen of zelfs kleine dieren. Dat moet dan vaak op het dak geplaatst worden. Een ritje van het ene dorp naar het andere kan dus héééél lang duren. 


De "gesloten" bussen rijden volgens een min of meer vaste uurregeling (ik zeg wel "min of meer" ...) en nemen alleen mensen zonder extra "bagage" mee.

Er is ook minder conventioneel vervoer, zoals op de foto hieronder.


Insecten

Op één spinnetje en een soort sprinkhaan na (waarmee Manlief snel komaf maakte) hebben we nooit insecten in onze kamer of tent gehad. Meestal hadden we een muskietennet rond het bed en in sommige verblijven werd 's avonds, tijdens de turndown service, de kamer gefumigeerd. 

Muggen hebben we niet gezien. We hadden natuurlijk wel onze voorzorgen genomen en malariatabletten geslikt want op Zanzibar voornamelijk komt malaria nog heel frequent voor.

In Tarangire zaten er heel veel tse tse vliegen. Die komen af op donkere kleuren. Daarom wordt het afgeraden om zwart, donkerblauw, bruin of paars te dragen. Onze donker gekleurde driverguide was echt het mikpunt van de vliegen. 

Er waren wel veel hagedissen. De mannetjes hebben vaak mooie kleuren.


Gezondheid

Reizigersdiarree, cholera, malaria, dengue fever, ... we zijn er allemaal van gespaard gebleven. We vonden het ook overal waar we verbleven zeer proper en hygiënisch. Ook op de picknickplaatsen waren de toiletten en de lavabo's zeer netjes. 

Ik had een hele reisapotheek mee waar we gelukkig niets van nodig hadden, behalve dan ontsmettingsmiddel en steriele kompressen.

vrijdag 13 september 2024

Tanzania en Zanzibar - deel 6

4 september

Na nog een laatste bucket shower en een lekker ontbijt rijdt Patrick ons naar de Kogatende Airstrip voor onze vlucht naar Zanzibar.

Het is een drukte van belang op de airstrip. Koffers staan gegroepeerd per bestemming want er wordt van hier uit ook naar andere binnenlandse bestemmingen gevlogen. Geen gedoe met gewicht van de koffers controleren of zonder schoenen door het securitypoortje. Gewoon koffers neerzetten en wachten. Vliegtuigjes type Cessna 208 caravan vliegen af en aan. Het gaat er hier wel anders aan toe dan op Schiphol of Zaventem. De start- en landingsbaan (een strook verdord gras,) dient 'diervij' te worden gehouden. Er liepen enkele impala's in de weg ... kwam er een wagen in volle vaart aangereden om de dieren van de landingsbaan te verjagen. Vertrokken met een uur vertraging en na een uur vliegen een tussenlanding gemaakt in Arusha  om dan met een groter vliegtuig (ATR72, ook van Flightlink) nog een uur door te vliegen naar Zanzibar. We kregen begot nog een drankje, gechocolateerde cashew noten en een potje ijs op de vlucht. In Zanzibar Airport stond onze taxi ons al op te wachten om ons naar ons 'no shoes' The Loop Beach Resort aan de Indische Oceaan te brengen.
Één woord: het paradijs. Palmbomen, wit zand, blauwe oceaan. Hier gaan wij de komende vijf dagen eens lekker uitrusten. Edit 18u30 Ik heb mijn entree hier al gemaakt! Ik kom van het strand, spoel mijn voeten in het badje dat voor onze deur staat, stap binnen en ik ga onderuit. Mijn voet zat ergens vast en ik geraakte niet meer recht. De buren hadden mijn gil gehoord en kwamen kijken of ze konden helpen. Ik kon alles nog bewegen dus so far alles oké. Tot de buurman zag dat mijn teen nogal flink bloedde. Dat zag ook de poolboy en hij haalde er de hotelarts bij. Zij heeft de wonde verzorgd. Voor mij helaas geen 'no shoes' vakantie. Althans niet de eerste dagen.

5 september

Het heeft hard geregend vannacht ... heb ik van horen zeggen want ik heb geslapen als een roos.
Toen ik opstond zag ik dat mijn teen, ondanks de verbandjes die errond zaten, toch nog flink gebloed had. Doc Monica kwam to the rescue. Ze wilde net gaan beginnen met de verzorging toen er een hotelgast bij kwam die zei "let me do it, I'm a foot doctor". Wat een geluk!
We deden van pole pole vandaag. De zon hebben we niet vaak gezien.
Ons huisje (slaap-zitkamer, badkamer, dressing) werd netjes gepoetst en het bed kreeg een zwaan van handdoeken.
"Ons" strand is bij laagtij een werkstrand voor de inwoners van het dorp. Jambiani is een oud vissersdorp en heeft een lange zeewiercultuur. De vissers komen in de ochtend terug met hun vangst en de vrouwen plukken zeewier. De vis wordt in de restaurants verkocht als "catch of the day". Van het zeewier maken de vrouwen verzorgingsproducten zoals zeep en crème.
Hier vind je geen grote drukke resorts, alleen boutique hotelletjes. Heaven on earth.
We zijn hier (bij) de oudste gasten. Ze noemen ons hier babu (opa) en bibi (oma). In sommige lodges in Tanzania waren we baba en mama. Best grappig en lief bedoeld. Het zijn allemaal zo'n lieve mensen.
Vanavond was er in het hotel een Swahili dinner met Afrikaanse dans en acrobatie. Normaal zijn we daar niet gek op maar de muziek was zo aanstekelijk ... Op het einde vroegen ze natuurlijk deelnemers uit het publiek. Daar hebben babu en bibi vriendelijk voor bedankt.

6 september

Vandaag hebben we een taxi genomen naar Stone Town. Stone Town is het oude centrum van Zanzibar stad, de drukke hoofdstad van het eiland. Stone Town was tot de 19de eeuw een belangrijk handelscentrum voor kruidnagels, "the gold of Zanzibar ", zo zei onze gids, en voor de Arabische slavenhandel. Stone Town staat sinds 2000 op de UNESCO Werelderfgoedlijst cultuur.

Voor we de stad bezochten, deden we nog een spice tour. Zanzibar wordt ook wel het kruideneiland genoemd. Er groeit kruidnagel uiteraard, vanille, kaneel, kardemom, gember, citroengras, enz. Maar ook cacao, koffie, thee, rijst. Interessant bezoek.
Daarna bracht de taxi ons naar de chaos van Stone Town waar een andere gids ons stond op te wachten. De oude stad bestaat uit een wirwar van smalle straatjes met winkels, bazaars, hamams, 45 moskeeën, 2 katholieke kerken en 2 hindoetempels. Ongeveer 99% van de bevolking is moslim. De meeste vrouwen dragen er zelfs nog een zwarte niqab. En dat in die hitte! De architectuur is een combinatie van Arabische, Perzische, Indische en Europese. In Stone Town staat ook het geboortehuis van Freddie Mercury (Queen). Het is nu een museumpje. We zijn er niet binnen geweest want ik had gelezen dat het niet veel voorstelde.
Mensen fotograferen wordt niet gewaardeerd, vandaar de wat sneeky foto's. Jammer maar ik begrijp het wel. We liepen ook nog even over de markt met zijn kleurige vruchten en groenten. En ook vlees en vis waar de vliegen vrij spel hadden.
Trouwens veel last gehad van mijn teen tijdens het stappen. Vermoed dat die toch verstuikt is. En in de stad ligt er geen enkele tegel gelijk. Meestal is het gewoon zand met steenslag. Niet bevorderlijk om gemakkelijk te stappen.
Onderweg terug naar het hotel heb ik toch nu en dan mijn ogen even dichtgedaan en een schietgebedje gepreveld. Man, man, niet normaal. Er loopt en rijdt daar van alles op de baan: voetgangers, duizenden brommers, auto's, tuktuks, ossenwagens en ook af en toe wat koeien die willen oversteken. Enfin, we zijn heel terug in het hotel geraakt.

7 september

Zaterdag rustdag.

Het was al van 's morgensvroeg prachtig weer: heldere blauwe hemel, stralende zon, een briesje en wuivende palmbomen.
Een jongen van de bediening plukte verse kokosnoten voor de gasten uit een kokospalm. 5.000 shilling (1.60 €) voor een XL kokosnoot, mooi versierd met roze bougainvillea.
Hoewel ik niet kan zwemmen lokte toch het zwembad om afkoeling te zoeken.
Voor de lunch gingen we over het witte strand naar de buren (Bahari) waar we elk smulden van een vol bord prawn tempura (20.000 shilling = 6.60€). Heerlijk!
's Avonds namen we een taxi naar Paje, een kwartier rijden bij ons vandaan, om bij Zanzibarista kreeft te gaan eten. Vis en zeevruchten zijn hier verser dan vers en komen recht uit de zee. En voor heel weinig geld ook nog. Het is de gewoonte dat, als je een taxi neemt, je een prijs afspreekt en dan blijft de chauffeur wachten tot je weer terug bent. Wij zouden niet snel terug zijn want we wilden wat in Paje rondlopen en dan nog dineren ... "At least 4 hours" had ik tegen de taxichauffeur gezegd. "Then you phone me and I will come back and pick you up" was zijn antwoord, waarbij hij me zijn telefoonnummer gaf.
Na ons diner in het restaurant gevraagd om de taxi te bellen ... bleek het niet het nummer van de chauffeur te zijn, maar iemand die helemaal niks met taxiservice te maken had.
Wat nu? We hadden die man nog niet betaald want dat doe je aan het einde van de rit(ten), met een flinke fooi erbovenop. Uiteindelijk maar een andere taxi genomen en aan de receptie van ons resort de situatie uitgelegd. Gelukkig kende de receptionist de taxichauffeur persoonlijk en hij zou ervoor zorgen dat hij zijn taxirit + fooi betaald kreeg. Oef!

8 september

De vakantie zit erop. De hele dag onder een parasol gezeten want de zon scheen ongenadig.
Nu zitten we te wachten op Zanzibar Airport voor onze vlucht naar Amsterdam (via Dar Es Salaam).
En we leven nog. Echt een wonder met de cowboy rijstijl van hier.
Het was goed, het was mooi. Maar het is ook fijn om weer naar huis te gaan met veel mooie herinneringen.