Waarom niet nog eens naar de sneeuw, opperde ik half december tegen mijn wederhelft. Een keer iets anders dan warm en/of ver. Het was tenslotte alweer enkele jaren geleden dat we een wintervakantie deden.
Zo gezegd, zo gedaan.
Omdat wij niet bij nacht en ontij willen vertrekken, en ook niet bij nacht en ontij ergens willen aankomen, hebben we de rit opgesplitst en zijn we onderweg in Rüdesheim am Rhein gaan overnachten. Het is daar nu totaal geen toeristisch seizoen en gelukkig had ik onderweg het enige restaurant dat open was geboekt, want anders hadden we zelfs geen eten gehad.
Ik denk echter dat je daar in de zomer over de koppen kunt lopen want het stikt er van de wijngaarden, wijnhuizen en proeflokalen. Maar daar hadden we nu geen last van en we hebben goed en rustig geslapen.
De volgende dag nog een goeie 450 km tot onze eindbestemming Oberstdorf-Kleinwalsertal. Veel Baustellen onderweg en de bijbehorende Stau maakten dat we maar in de helft van de namiddag ter bestemming waren. Nadat we ons geïnstalleerd hadden in het geboekte aparthotel hebben we een verkennende wandeling gemaakt in het stadje. Het sneeuwde lichtjes. Het had trouwens de hele zondag en de nacht van zondag op maandag gesneeuwd. Gelukkig voor ons want het was geleden van 5 februari en toen ik de dag voor ons vertrek de webcam nog eens checkte was er in het dorp geen plekje sneeuw te bespeuren.
Oberstdorf is best een toeristisch stadje met chique winkels, veel restaurants en tearooms met lekker gebak. Dat laatste, daar kennen ze in Duitsland wat van.
Op dinsdag straalde de zon ons tegemoet en maakten we een flinke wandeling door het besneeuwde landschap. Tegen 16u was ik helemaal kapot. Een lekker stuk taart was zeer welgekomen.
We wilden graag proberen of het langlaufen nog zou lukken. Dat was zo’n 35 jaar geleden. Dus hebben wij woensdag langlaufmateriaal gehuurd en op een wei in de buurt gelanglauft. Ik waagde me niet aan een loipe met hellingen want ik was echt wel bang om te vallen. Manlief trouwens ook, met zijn heupprothese. Maar wat ik niet wou is toch wel gebeurd hoor. Op een gegeven moment kantelde mijn rechterski plots een beetje en ik viel gewoon om. Echt omvallen, zoals je dat soms ziet op van die slapstick filmpjes. Gelukkig niks aan de hand, ik heb me niet eens pijn gedaan. Het ergste/moeilijkste was nog terug recht geraken. Maar ook dat is gelukt, met enige hulp weliswaar.
Donderdag namen we met prachtig zonnig weer de kabelbaan naar de Fellhorn. Op een hoogte van 1790 meter kan je daar een mooie – zij het korte – winterwandeling maken met zicht op de skiërs en snowboarders. Het wandelpad was geprepareerd en maar goed ook, want als je van het pad afweek stond je gelijk een halve meter in de Tiefschnee.
De hoogtezon was zodanig warm dat ik het laatste stuk zonder jas heb gewandeld en dat we aan het bergrestaurant nog een uur in een ligstoel hebben genoten van de zon. Het was er een drukte van jewelste.
Na de wandeling zijn we de grens over gereden naar de dorpjes aan de Oostenrijkse kant van het Kleinwalsertal. Er lag daar overal nog heel veel sneeuw. We besloten dan ook om hier nog eens te komen wandelen later deze week.
Een van de activiteiten die we zeker wilden doen was een wandeling door de Breitachklamm. Dit unieke natuurmonument ligt in Oberstdorf-Tiefenbach en is de diepste en een van de indrukwekkendste rotskloven van Midden-Europa. Het water dendert er langs de honderd meter verticale en overhangende rotswanden naar beneden. In de zomer verdwijnt het in de rivier, in de winter bevriest het en wordt het een waar schouwspel van ijskunst. Wat hadden we geluk want de Klamm is 3 maart pas opnieuw opengegaan na sluiting van een week omdat de temperaturen zó hoog waren dat het ijs begon te smelten. Het is dan te gevaarlijk om door de kloof te lopen. Het gebaande pad wordt één ijspiste en je wil ook niet zo’n enorme ijspegel op je hoofd krijgen.
Wat was dit mooi! Het hoogtepunt van onze vakantie. Oordeel zelf.
Zoals we eerder al van plan waren, hebben we nog een prachtige wandeling gemaakt in Oostenrijk. Vanuit Baad, het laatste en hoogst gelegen (1244 meter) van de drie dorpen in het Kleinwalsertal, omringd door 36 bergtoppen, wandelden we over geprepareerde wandelwegen naar de Bärgunthütte op 1408 meter. Ik ben een heel slechte klimmer. Bij het minste hellinkje gaat mijn hartslag enorm te keer, het resultaat van conditie nul. Daarom koos ik voor de Talweg die de hele tijd ‘vals plat’ is, maar dat is voor mij beter te doen dan de Panoramaweg die stijgt en daalt en die manlief gelopen heeft. Hoe zwaar de wandeling voor mij ook was, ik heb genoten van elke stap. Eens boven aan de hut was het zalig zitten in de zon en genieten van de ongerepte natuur en een groot bord Kaiserschmarrn. En terug was een fluitje van een cent want altijd dalen. Niet goed voor de knieën en die voelde ik ook wel. Een heel fijne wandeling!
Deze vakantie was alles wat we gehoopt hadden en nog veel meer. De weer- en andere goden waren ons uiterst goed gezind. Hier kan ik weer een tijd op teren.
fijn dat de vakantie goed is bevallen
BeantwoordenVerwijderen