Ik heb ondertussen weer een jaar meer op mijn teller en dat hebben we gevierd met een lang weekend in Noord-Holland, standplaats Van der Valk Haarlem.
Het werd een combinatie van wandelen en – wat dacht je – fietsen natuurlijk.
De eerste dagen was het weer wat kwakkelig, maar de temperatuur was goed en het bleef de hele tijd droog. Meer moet dat niet zijn.
Donderdag zijn we door de Kennemer Duinen naar Bloemendaal aan Zee gefietst waar we in een strandtent geluncht hebben. Daarna door naar Zandvoort voor coffee on the beach. Tegen zes uur ingecheckt in het hotel en tegen zeven uur weer op de fiets voor het diner bij Coster 52°. Fietsen in de drukte van de stad was best eng voor mijn wazig zicht. Zeker omdat het zo druk was vanwege het Haarlem Jazz Festival.
Vrijdag zijn we naar Callantsoog gereden met de fietsen op de auto. Het was al langer een wens om een rondje Kop van Noord-Holland te fietsen. Dit was een mooie gelegenheid. Het was bewolkt maar gelukkig niet koud. Na een cappuccino op een Callantsoogs terras vingen we onze 44 km lange rit aan. Wat was het toch weer mooi fietsen dwars door de duinen, over kronkelende paden, omhoog en omlaag. Lunchen deden we in Den Helder alwaar de zon er warempel doorkwam. Heerlijk! Het tweede deel van ons rondje was niet zo bijzonder.
Diner bij Dijkers Eten & Drinken. Later nog even genoten van het Jazz Festival Haarlem.
Zaterdag maakten we een stadswandeling in Alkmaar. Een mooie en leuke stad waar we eerder al een paar keer waren maar dan meer specifiek voor de kaasmarkt. Het was warm en benauwd ; later werd het warm en zonnig. Lunchen deden we met heerlijke tapas op het terras bij Granada.
Na de wandeling zijn we gaan uitrusten op het zonnige terras van het hotel. We waren moe en hadden geen fut meer om nog de stad in te gaan. Aten dus in restaurant Martinus in het hotel.
Zondag, een dag die zijn naam eer aandeed. Het was een stralende dag en na het ontbijt fietsten we nog eens naar Bloemendaal aan Zee. Deze keer een langer rondje door het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Op een gegeven moment, tussen de hoge dennen en met zicht op een witte duintop, waanden we ons aan het Lac de Biscarrosse in de Franse Landes. Zo mooi!
De bedoeling was een halve dag aan het strand te zitten. Maar eens het zover was, was – vooral bij mij, ik doe dat niet graag – de zin over en na de lunch stapten we terug de fiets op.
Dat was tenminste de bedoeling. We gingen net vertrekken toen manlief met zijn ellenboog tegen de mijne botste en ik met fiets en al omkiepte. Au, au, au. Ik ben maar even langs de hulppost gegaan om de schaafwonden te laten ontsmetten. Gelukkig was het niet erger dan dat en konden we de geplande fietstocht verderzetten. Die voerde ons langs de Amsterdamse Waterleidingduinen. Weer zo’n prachtig natuurgebied.
’s Avonds dineerden we bij Subliem. Daar hadden we zeven jaar geleden ook gegeten. Drie gangen naar keuze, van de kaart, voor 37,50 euro. Het bestaat dus nog. En het was bovendien weer erg lekker. Het is ook nog dezelfde chef als zeven jaar geleden, zo wist de ober ons te vertellen. Altijd een goed teken.
Maandag na het ontbijt inpakken en uitchecken. Maar we gingen nog niet naar huis. Er lag nog een hele dag voor ons. En aangezien ik mijn energie terug heb besloten we om een rondje te fietsen in het groene en waterrijke hart van Nederland. Ouderkerk a/d Amstel, Uithoorn, Mijdrecht, Vinkeveen, … Een hele mooie fietstocht maar het was wel heel erg warm en nauwelijks schaduw daar langs het water en door de polder. Toch weer genoten!
En toen was het lange verjaar-weekend echt over en reden we in drukke files weer naar huis. Het was mooi geweest.