zondag 3 november 2019

Herfst in Zuid-Spanje

 

Herfst in Zuid-Spanje

Zevenentwintig graden was het toen we donderdag 31 oktober op de middag de sleutel van ons vakantieverblijf voor de laatste keer omdraaiden.

Voor het derde jaar op rij - sinds mijn pensioen - brengen we de maand oktober in Spanje door. Voor mij de beste periode om naar de Spaanse zuidelijke costa's af te reizen. Nog lekker warm maar niet meer té, nog wat toeristen en vertier zonder de grote drukte van de zomer. Dit jaar hebben we bijzonder mooi weer gehad. Op drie weken tijd één uurtje regen en die viel dan ook nog 's nachts. Met bakken uit de hemel. Dat dan weer wel.

Hoe zalig is het niet om zowel 's morgens, 's middags als (meestal) 's avonds nog buiten te kunnen eten. Op restaurant of op een van de terrassen van ons prachtig appartement.

Los Cortijos, La Cala Hill Club

Want wat hadden we het getroffen met 'onze' penthouse in La Cala de Mijas! Ruim, zonnig, met alle mogelijke luxe, rustig gelegen hoog op de berg met prachtige uitzichten over het golfterrein, de zee en de bergen. Op heldere dagen konden we zelfs de besneeuwde toppen van de Sierra Nevada zien.

Omdat het niet onze eerste keer aan de Costa del Sol was, was ook dit weer grotendeels een trip down memory lane, al hebben we toch nog wat nieuwe plaatsen ontdekt. Aangezien ik geen 'zittend gat' heb, hebben we - zoals gewoonlijk - veel uitstapjes gemaakt met onze gehuurde Fiat 500: naar verschillende pueblos blancos, naar Estepona met zijn zeer mooi historisch centrum, een paar keer naar Málaga (om te fietsen onder andere), naar Marbella en Puerto Banus met zijn chique mensen en dure jachten, naar het smurfendorp Júzcar waar alle huizen blauw geschilderd zijn, en naar Ronda.

Málaga en Pedregalejo

Pueblos Blancos

Estepona en onderweg

We zijn ook weer een paar dagen naar de schitterende Andalusische stad Córdoba geweest waar we toch ook weer wat nieuwe dingen hebben ontdekt, o.a. enkele kleine interessante musea. Het was wel een zure om te merken dat de dag nadat ik het hotel geboekt had, de prijs met 20 euro gezakt was. Ach ja ... We hebben in ieder geval weer genoten van deze mooie stad, van zijn bloemrijke patios, van de wonderlijke Mezquita (tegenwoordig heet het Mezquita Catedral), van de heerlijke zuiderse sfeer die er hangt.

Córdoba

Ook hebben we de feria in San Pedro de Alcántara weer eens meegemaakt. Wat dertig jaar geleden een zeer bescheiden ééndags-feria was, is nu uitgegroeid tot een gigantisch festijn dat bijna een week duurt. Het is de laatste feria van het jaar in Andalusië en dus gaan de Spanjaarden er nog eens stevig tegenaan want feesten kunnen ze! En ze poseren gewillig in hun prachtige outfits.

Féria de San Pedro de Alcántara

En gewandeld hebben we, onder andere over het mooie houten plankpad dat langs de zee loopt, van La Cala de Mijas helemaal tot in Cabopino (6 km). We hebben trouwens heel veel gelopen. Ik heb niet alles bijgehouden op Strava, maar ik zie toch diverse wandelingen van 10 kilometer en meer. Echt een prestatie voor mij!

Wandelen aan zee

En de dagen dat we niet onderweg waren, zaten we aan het strand of op ons terras. We hebben ons niet verveeld in ieder geval.

Nog een laatste blik vanuit het vliegtuig ...

dinsdag 3 september 2019

Fietsen in Friesland

 

Fietsen in Friesland

Al langer gepland, en al vaker uitgesteld deze zomer omwille van de weersomstandigheden maar de laatste week van augustus is het er dan toch eindelijk van gekomen: fietsen in Friesland.

Het was exact 29 jaar geleden dat we voor de eerste en enige keer in Friesland waren: drie maanden na het overlijden van mijn vader namen we mijn moeder mee voor een korte, welverdiende, vakantie. Veel kan ik me er niet meer van herinneren, de jaren van ziekte die eraan vooraf gingen des te beter.

Maar goed, wij gingen fietsen. En gefietst hebben we, dat moge duidelijk zijn!

Het was bloedheet dinsdag en vermits we onze kamer in het hotel toch maar vanaf 2u 's middags konden betrekken zijn we naar Workum, aan het Ijsselmeer, gereden in de hoop daar wat koelte te vinden ... die er niet was. Uiteindelijk zijn we tot 4u op een beschaduwd terras blijven zitten.


's Avonds zijn we nog naar de binnenstad van Leeuwarden gefietst om wat te eten en om een beetje te sightseeën.  

Ook op woensdag zou het bloedheet worden en daarom besloten we om op Ameland ons heil te zoeken. Het heil moest in dit geval komen van koelere temperaturen en een verfrissende wind. Helaas. Het was heiig en er stond geen zuchtje wind zodat de hitte gewoon bleef hangen. Op een dag met een normale temperatuur zouden we gemakkelijk het eiland hebben kunnen ronden, nu zijn we blijven steken op 53 km.


Donderdag was het heel ander weer. Een fijne 23-24 graden, zon en wolken, en véél wind. Wind zoals die alleen in de polder kan waaien. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik ervan genoten heb. Ik hou van de wind die om mijn hoofd waait. We hebben dan ook een lange fietstocht (67 km) gemaakt rond de Friese Meren. Veel water (uiteraard), bruggetjes, jachthavens, kop-hals-romp boerderijen, weilanden, rust en stilte. Zo mooi die open ruimte, de vlaktes, de 'hemel' die er zoveel groter is dan bij ons.


Vrijdag hetzelfde heerlijke weertype. Een perfecte dag om de Pontjesroute in het Nationaal Park de Oude Feanen te rijden. Ook dit was een hele mooie route (62 km) waarbij we hier en daar een pontje moesten nemen om aan de overkant van het water te geraken. Op die manier ontmoet je ook nog eens leuke mensen want veel van de pontjes worden gevaren door vrijwilligers met een hart voor hun streek.


Zaterdag hebben we Bolsward en Franeker bezocht en in de late namiddag hebben we een kennis in Wolvega met een bezoekje vereerd.


En toen zat de mini vakantie er alweer op.

zondag 21 juli 2019

Weekend Leiden

 

Weekend Leiden

Vorig weekend hebben we met een grote vriendengroep drie dagen doorgebracht in Leiden. Een weekend met een portie cultuur, natuur, eten en drinken en vooral heel veel leute en plezier. 'Avondlijke' wandelingen inbegrepen!

Zoals je van mij gewend bent: ik ben beter met beelden dan met woorden, dus VEEL beelden en weinig woorden.



Ik hou van steden met water en daaraan heeft Leiden geen gebrek. En dan doel ik niet op de gigantische wolkbreuk waarmee we verwelkomd werden op vrijdag. Neen, ik bedoel de waterlopen, de grachten en de vele bruggetjes die de stad rijk is.



Tijdens onze wandeling met de stadsgids leerden we over Rembrandt en de Gouden Eeuw, over Leids laken, over de ontzetting van Leiden, over de Hofjes en nog veel meer. Dat weekend vonden toevallig ook de Leidse Rembrandtdagen plaats. Leiden ging zomaar even 350 jaar terug in de tijd. In heel de binnenstad brachten honderden figuranten in authentieke kleding Leiden terug naar de periode dat Rembrandt er woonde. Hiervoor was er een speciale Rembrandt-wandeling uitgezet met onderweg taferelen uit de 17de eeuw. Mooi gedaan en eens tof om mee te maken.



Een museumbezoek kon natuurlijk ook niet ontbreken. Er was gekozen voor Museum De Lakenhal omdat de Vlaamse kunstfotografe Karin Borghouts, nicht van een van onze groepsleden, de opdracht had gekregen om tijdens de renovatie van het museum de werkzaamheden te fotograferen. Haar bijzondere foto’s hangen in een van de tentoonstellingsruimtes en de uitleg werd ons gegeven door Karin zelf. Later kregen we nog de kans om de andere collecties van het museum te bezoeken.



We bleven pech hebben met het weer, al werd het wel droog toen we vertrokken voor onze zondagse ochtendwandeling in de Hortus Botanicus, de oudste plantentuin van Nederland die al sinds de 16de eeuw bestaat. De Hortus is een mooie tuin die onderverdeeld is in thematuinen met veel afwisseling: bomen, planten, bloemen, kruiden, …




Zondagnamiddag stond er een boottocht op de Kagerplassen op het programma. De Kagerplassen bestaan uit 12 verschillende meren die omzoomd zijn door een netwerk van kleine rietsloten en vaarten. Tussen en om deze meren bevinden zich diverse eilandjes en polders met veel oude molens en hier en daar een boerderij. Het werd een ontspannen boottocht en tevens het einde van ons weekend.






woensdag 3 juli 2019

Zwitserland en Italië

 

De vakantie

Grüezi mitenand!
Grüessech!

In dit Schweizerdeutsch (Schwyzerdütsch), dat soms moeilijk te verstaan is, werden wij vaak begroet in het mooie Zwitserland. Gegroet samen! Ik groet u!

Ik groet jou, lezer, en ik wil je vertellen over de mooie reis die wij gemaakt hebben. Eens iets totaal anders want normaal trekken wij zuidwaarts in juni: Zuid-Frankrijk, Spanje, Zuid-Italië, Portugal, ... Ik heb vroeger, toen ik nog met mijn ouders op vakantie ging, genoeg bergen gezien voor de rest van mijn leven. Dat zei ik tenminste altijd.

En dan was daar toch plots die goesting om nog eens naar Zwitserland te gaan. En toen vond ik op het wereldwijde web ook nog eens een hele mooie route: de Grand Tour of Switzerland. Die zouden we gaan rijden, en we zouden er drie weken over doen. Alleen bleek al gauw dat dit financieel niet haalbaar was. Hotels zijn pokkeduur, en niet alleen hotels! Daarom hebben we ervoor gekozen om delen van Zwitserland waar we vroeger al geweest waren over te slaan en de meeste nachten in Italië te verblijven. Niet al te ver van de grens zodat we toch Zwitserland konden zien zonder er te moeten logeren. 

De eerste dag (5 juni) zijn we meteen tot in Luzern gereden. Dat ging vrij vlot. Regen tot in Luxemburg en daarna zon en (heel) warm. Aangekomen bij het hotel konden we nog heerlijk op het terras eten bij een temperatuur van 29 graden.

Dat was de volgende dag wel anders. 15 graden wees de thermometer aan en het was grijs maar droog. Goed weer voor een stadswandeling in de voormiddag. Luzern is een aangename stad waar veel te zien is. En het is ook de ideale locatie voor uitstapjes in Centraal Zwitserland.

Kapellbrücke, Luzern

In de namiddag hebben we de auto genomen voor een rondje Vierwaldstättersee: Luzern - Beckenried - Vitznau - Weggis - Küssnacht - Luzern. De zon kwam ook nog piepen toen we aan de voet stonden van de Mont Rigi met zijn besneeuwde toppen. Wat is het Berner Oberland mooi!

Vierwaldstättersee

Vanuit Luzern, waar we vier nachten verbleven, hebben we ook nog uitstappen gemaakt naar de Thunersee en de Brienzerzee. Het was er overal nog erg rustig en Brienz is gezellig en typisch Zwitsers, en zalig om te wandelen aan de meren. Interlaken was ook mooi, en Lauterbrunnen waar we zaten te picknicken op een plekje aan een waterval met vol zicht op de Jungfraujoch.

Picknicken met uitzicht

Op onze laatste dag in Luzern zijn we 's avonds nog eens de stad in geweest. Het was prachtig weer en zo heb ik toch nog zonnige foto's van de Kapellbrücke, het uithangbord van Luzern. Voormiddags zijn we nog naar Schaffhausen gereden voor de Rheinfall. Daar hebben we als echte toeristen een boottochtje geboekt voor een paar rondjes op de Rijn tot vlakbij de denderende waterval. Echt wel de moeite. Maar druk, druk, druk, ...

Rheinfall, Schaffhausen

We hebben ook nog Stein am Rhein bezocht, een middeleeuws stadje met mooi beschilderde huizen. We waren in de buurt want het was maar een klein eindje rijden vanaf de Rheinfall. Echt wel om je ogen uit te kijken. Manlief wou nog naar Burg Hohenklingen stappen maar dat was mij te veel klimwerk. 

Stein am Rhein

We hadden gepland de Vier-passen route te rijden (Grimsel, Gotthard, Nufenen, Susten), maar drie van de vier passen waren nog niet open vanwege sneeuw en risico op lawines. En dat half juni!

O ja, in Zwitserland picknickten we 's middags omdat de prijzen van eten en drinken daar echt over de top zijn. Vijfentwintig Zwitserse francs (22.50 euro) voor een eenvoudige spaghetti, zes francs (5.40 euro) voor een flesje bruiswater van 33 cl. Minimum acht francs (7.20 euro) voor 100 cl lokale wijn. Honderd centiliter ... drie slokken en het is op! We hadden een koeltas bij en in al onze hotels hadden we een koelkastje op de kamer. Picknickvoorzieningen zijn ook prima in Zwitserland. Mooi gelegen in de natuur, heel verzorgd en altijd met een proper sanitair blok. En de Coop in de dorpen heeft lekker vers brood en een keur aan beleg, salades, fruit, ... We zijn niets tekort gekomen!

Vanuit Luzern hadden we een lange rit voor de boeg naar onze tweede verblijfplaats, Bormio. In vogelvlucht misschien 20 km van de Zwitserse grens. Maar met vogelvlucht ben je niks als je met de auto bent. We wilden de route van de Grand Tour volgen en zijn dan via Appenzell, Liechtenstein en de Flüelapas gereden. De Appenzell regio is weer heel anders mooi. Het is er groen met veel koeien in de weiden. En ze hebben er lekkere kaas! In Vaduz is niks te zien buiten een oude ruïne. Maar goed, we zijn eens in Liechtenstein geweest.

Appenzell

Appenzeller Käse

Liechtenstein

Op tien kilometer van onze bestemming, op het hoogste punt van de Umbrail pas, stonden we plots voor een gesloten bareel: het laatste stuk van de Stelviopas waar wij over moesten, was nog niet open. Geen verwittiging voor we aan de pas begonnen, ofwel hebben we die niet gezien. In ieder geval, we moesten twee passen terug - in de plensende regen dan nog - en hebben daar zeker twee uren verloren.

Wegafzetting  boven aan de Passo dello Stelvio

De volgende dag was het geen te beste weer. Het was de bedoeling dat manlief een fiets zou huren om de Stelvio te rijden, maar het was zo koud en er stond zoveel wind, het zou niet verantwoord geweest zijn. We hebben dan maar het stuk Stelvio pas met de auto gereden tot zo ver we konden.

Bormio in de zomer stelt niet veel voor. Zeker niet bij slecht weer. Maar het hotel had een wellness, dus hebben we ons daar enkele uren vermaakt tot het opklaarde en we nog een kilometer of tien gewandeld hebben. En lekker geaperitiefd en gegeten in het stadje, aan prijzen waarvan we in België alleen maar kunnen dromen.

Passo dello Stelvio

Op dinsdag 11 juni vervolgden we onze reis en zijn we voor vijf nachten naar het Gardameer getrokken waar we logeerden in Colombare (Sirmione). Het was er drukkend warm toen we aankwamen en dat is tijdens de hele periode niet veranderd. Zeer onaangenaam weer met zon en veel bewolking.

De reden dat ik nog eens naar het Gardameer wou is puur sentimenteel. Daar hebben manlief en ik onze eerste vakantie samen doorgebracht. Met mijn ouders, ik mee in het gehuurde vakantiehuis en hij in een tentje in de tuin ... zo ging dat in het jaar 1974.

Sirmione

Het Gardameer viel tegen. Niet alleen vanwege de hitte, maar je struikelt er over de toeristen. En vrijwel alle stadjes lijken op elkaar. Had ik dat op voorhand geweten, dan had ik daar twee nachten minder geboekt.

Vanuit Sirmione hebben we een dagtrip gemaakt naar Verona. Een stad die ons heel erg meegevallen is. Veel te zien ook. Ik heb nood aan de combinatie cultuur/natuur tijdens mijn vakantie. En die portie cultuur vonden we onder andere in Verona.

HET balkon, Verona

Tijdens ons verblijf aan het Gardameer kwam er nog een fijne verrassing. Vrienden van ons waren onderweg van Trente naar Padua en zouden zo goed als voorbij het Gardameer komen. Zij een stukje omweg, wij een stukje rijden en samen heerlijk lunchen en bijpraten in Lazise (wat trouwens wel een aangenaam stadje is.

Zondag 16 juni uitgecheckt en naar Cannobio-Traffiume, nog net aan de Italiaanse kant van het Lago Maggiore. Hoewel het zondag was, was het heel druk op de baan en we zijn lang onderweg geweest. Angelo, de eigenaar van onze B&B, stond al op de uitkijk!

Hier wilden we toch wel weer wat actiever zijn. Dus stonden we de volgende morgen al vroeg - vanwege de warmte - aan de Villa Taranto om de tuinen te bezoeken. Machtig mooi en we waren de drukte voor. Na de tuinen hebben we in Baveno de ferry genomen naar de Borromeo eilanden. Op Isola Bella hebben we de barokke Villa Borromeo en de schitterende tuinen bezocht. Zeker de moeite. En op Isola Pescatori hebben we lekker gegeten.

Villa Taranto

Villa Borromeo, Isola Bella

De volgende dag hebben we de Centovalli gereden. Dat is een gebied van - de naam zegt het - 100 valleien en je slingert er duizelingwekkend hoog tussen de pijn- en kastanjebomen. Er wordt aangeraden deze rit met de trein te doen (van Locarno naar Domodossola en terug langs dezelfde weg) omdat de wegen smal zijn en heel erg bochtig. Maar wij rijden graag en wij hebben geen schrik van wat bochten. Omdat wij vanuit Cannobio vertrokken konden we er een loop van maken - langs de Italiaanse kant heen, langs de Zwitserse kant terug - en hebben we er ook nog de Valle Cannobina en de Valle Vigezzo bij gedaan. Misschien wel de mooiste rit van de hele vakantie. Je komt er ook door kleine dorpjes, soms wonen er maar twintig mensen. Daar krijg je nog een lekkere cappuccino voor 1.30 euro.

Dorp Centovalli

Centovalli

Aan het einde van onze rit, in Locarno, zijn we doorgereden naar Bellinzona waar we de Tre Castelli ge-/bezocht hebben. Drie middeleeuwse kastelen, UNESCO werelderfgoed. We hebben ze trouwens alleen aan de buitenkant gezien want in één van de kastelen was er een tentoonstelling die ons niet aansprak, voor het andere kasteel waren we te laat en het derde hebben we door wegenwerken en onduidelijke omleidingen niet gevonden.

Castello di Montebello, Bellinzona

We zijn ook nog naar Andermatt geweest, via de Gotthard pas. Langs de nieuwe pas heen, langs de oude pas terug. Prachtig! In Andermatt zelf was veel nog gesloten. Het is een typische wintersportplaats. Het stadje ligt op 1447 meter, de temperatuur was er dus wel zalig. Zon en zuivere berglucht, ik voel dat direct.

Passo San Gottardo

Dat was ook zo in Saas-Almagell (1672 m hoogte) waar we de volgende drie nachten zouden verblijven. Heerlijke frisse berglucht daar in de hoge Alpen. Als hotelgast in het Saasdal krijg je een Gästekarte waarmee je gratis (*) de gele postbussen en de kabelbanen kan nemen. Daar hebben we natuurlijk gretig gebruik van gemaakt. De gele postbus bracht ons o.a. naar Saas-Fee waarna we door het woud teruggewandeld zijn naar Saas-Almagell.

(*) Gratis ... niks is gratis. De verblijfstaks is hier zeer hoog met 7 euro per persoon per dag, terwijl dat op andere locaties maar tussen de 1,5 en 2 euro pppn was.


Wandeling 

En ook een keer met de bus naar Saas-Grund, dan met de kabelbaan naar Triftalp waar toevallig die dag de koeien naar de alp gebracht werden waar ze de rest van de zomer verblijven. Er wordt daar zo'n klein feestje rond gebouwd voor de bewoners en de schaarse toeristen. Leuk om eens mee te maken.

Triftalp

Nadien verder met de kabelbaan naar Hohsaas op 3140 meter hoogte. Daar hebben we ons na een kleine wandeling (veel te veel klimwerk voor mij) in het bergrestaurant in de zon gezet met een dure cappuccino om te genieten van de 18 besneeuwde vierduizenders rondom ons. In de verte zagen we de zomerskiërs hun ding doen. Het was er overweldigend mooi! 

Hohsaas

Hohsaas panorama

Vanuit de kabelbaan

Daarna afgedaald met de kabelbaan naar Kreuzboden voor een mooie wandeling 'Wellness & Genussweg'. We hoopten gemzen en 'Murmeltiere' te zien maar het is bij wat keutels gebleven.

Dit was een 'leichte' wandeling, maar ik begrijp nu dat 'leicht' niet persé 'vlak' hoeft te betekenen. Het was klimmen en dalen maar wel over goed begaanbare paden. En er was wat afwisseling onderweg onder de vorm van ligbedden, een fit-o-meter, een hangbrug, ... Echt een leuke wandeling. 

Wellness & Genussweg, Kreuzboden

Verder zijn we ook nog naar Grimentz geweest. Grimentz behoort tot de mooiste dopen van Zwitserland met zijn historisch centrum met houten huizen uit de 17de eeuw die nog steeds bewoond worden.

Grimentz

Onze laatste twee nachten zouden we doorbrengen aan het Meer van Genève, maar dat verblijf heb ik geannuleerd. Het was genoeg. We wilden allebei graag naar huis. Het facetimen met onze Kleine Man zal hieraan niet vreemd geweest zijn.

Maandag 24 juni zijn we dan in één trek terug naar huis gereden, een stuk met de Lötschtunnel autotrein naar Kandersteg. Ik vond het maar akelig in die lange donkere tunnel. Van Kandersteg, waar ik ook nog wel een keer naar terug wil, verder naar Basel en dan maar scheuren over de Duitse Autobahn. Heerlijk!

Lötschtunnel

Wat zeker zal bijblijven is dat we tijdens heel deze reis heel veel Baustellen en Stau hebben getrotseerd!


Info voor mezelf:
aantal km gereden: 4.587 km gereden deur tot deur
aantal km gewandeld: 97 km.

Weer:
Van alles wat.
Berner Oberland: een dag bewolkt en de rest volle zon. Heerlijk weer!
Bormio: bewolkt, klein beetje zon.
Gardameer: veel zon met bewolking en heel zwoel. Onaangenaam weer.
Lago Maggiore: veel zon met wat wolken maar toch al aangenamer dan aan het Gardameer.
Wallis: een dag bewolkt en de rest volle zon. Heerlijk weer!

Hotels:
4 nachten: hotel Felmis, Horw-Luzern
2 nachten: hotel Baita dei Pini, Bormio
5 nachten: hotel International, Colombare-Sirmione
5 nachten: B&B Locanda dei Pini, Traffiume-Cannobio
3 nachten: hotel Mattmarkblick, Saas-Almagell


Zoals altijd: hotel reviews op Tripadvisor.

Wandelschoenen aan!

zondag 5 mei 2019

Mallorca

 

zondag 5 mei 2019

Mallorca

Terug van weggeweest en de verwarming draait hier weer op volle toeren. Brrrr, wat is het koud!

Neen, dan was het in Mallorca aardig wat beter al begon de vakantie toch een beetje in mineur toen de captain ons vlak voor de landing op Palma nog even het weerbericht meegaf: cloudy and occasionally some light rain, with a temperature of 15°. Dat viel tegen want we waren met veel zon vertrokken in Brussel. Het heeft trouwens die hele maandag licht geregend, maar we hadden een super hotel met veel faciliteiten en een mooie ruime kamer en daar hebben we die druilerige maandag uitgebreid gebruik van gemaakt. En vanaf de volgende morgen scheen, zoals het hoort in het zuiden, volop de zon. En dat voor de rest van onze vakantie.


Hotel Sunprime Monsuau vanaf dakterras

Mallorca heeft ons aangenaam verrast. Het is een ideaal eiland om met de (huur)auto te verkennen. Zo hebben we in twee dagen de volledige Serra de Tramuntana 'gedaan', van de Cap de Formentor in het uiterste noorden langs vele haarspeldbochten tot in Andratx in het zuiden. De volledige route is slechts een honderdtal kilometer, maar met stoppen onderweg, een wandeling hier en daar, en genieten van het mooie landschap waren het twee lange dagen! De westkust is echt schitterend met zijn ruwe kustlijn. Vooral Sa Calobra zal me bijblijven, niet in het minst door zijn schitterende ligging tussen de rotsen waardoor het water van de zee nog blauwer lijkt.



Serra de Tramuntana


Sa Calobra

 We zijn ook een dag noordwaarts geweest, naar de langgerekte zandstranden van Alcúdia. Totaal anders dan in het zuiden waar wij logeerden en waar er geen lange stranden zijn, maar wel rustige idyllische baaitjes.


Alcúdia

Palma hebben we uiteraard ook nog eens bezocht, net zoals Sóller en Port de Sóller. En Valldemossa, de plaats waar Frédéric Chopin en George Sand een tijdlang verbleven hebben. Een heel mooi stadje waar het 's avonds, als de tourgroepen weer vertrokken zijn, fijn vertoeven is.



Valldemossa

Door berg en dal reden we, langs velden met duizenden klaprozen, oude watermolens met verroeste ijzeren wieken, vergeten dorpjes. Verder ook nog een schitterende botanische tuin bezocht, en zoveel meer. Van noord naar zuid ging het, en van oost naar west. Zoveel mooie dingen gezien!


Veldbloemen


Oude watermolen





Botanicactus

Dit was trouwens niet onze eerste vakantie op Mallorca. We zijn er op huwelijksreis geweest in 1976, in 1988 voor een zon-zee-strand vakantie met onze zoon en enkele jaren geleden voor een citytrip naar Palma. Maar verder kenden we het eiland eigenlijk niet. Het heeft ons zeer aangenaam verrast.

Omdat je in Palma stad zeer moeilijk je auto kwijt geraakt (tenzij je per dag zo'n 25 euro aan een parking wil uitgeven), hadden we een hotel geboekt in Cala d'Or. Niet iets wat ik normaal gezien boek omdat het nogal groot leek met zijn tachtig kamers, maar het was een adults only en daardoor heerlijk rustig. En aan voorwaarden die ik echt niet kon laten gaan.





Hotel Sunprime Monsuau

Cala d'Or herinnerde ik mij nog van het jaar 1988 als een aangenaam plaatsje. Niet te groot en niet te druk. Dat de tijd ook hier niet stilstaat had ik mij niet zo direct gerealiseerd. Cala d'Or is vrij druk geworden, met een uit de kluiten gewassen jachthaven met een keur aan luxe jachten en vissersbootjes en het was maar goed dat ons hotel aan de rand lag, ver weg van de toeristenwinkeltjes en de cocktail bars. En toch ook weer dichtbij genoeg om 's avonds voldoende keuze te hebben aan restaurants want wij boeken altijd kamer met ontbijt. Zo kunnen we eten waar we willen en zijn we niet gebonden aan plaats, uur en tijd.


Vissershaven Cala d'Or

We hebben een heerlijke vakantie gehad. Meer dan elf honderd kilometer gereden wat veel is voor zo'n klein eiland en ... tromgeroffel ... tweeënvijftig kilometer gewandeld!!! Maar ook lekker een paar halve dagen aan en in het zwembad doorgebracht. 

Wij kunnen er weer een maand tegen. 😊