Fuerteventura, eiland van de wind
Het kriebelde weer … we snakten naar wat zon en warmte. Daarom boekte ik op 9 januari twee vliegtuigtickets, een huurwagen en een hotel en op 13 januari zaten wij in het vliegtuig richting Fuerteventura. Fuerte (zoals het eiland ter plaatse genoemd wordt) was het enige van de Canarische Eilanden dat we nog niet eerder bezocht hadden.
Fuerteventura is een langgerekt eiland en hoewel het praktischer is om centraal te logeren, had ik er toch voor gekozen een hotel op het schiereiland Jandía uit te zoeken, helemaal in het zuiden van het eiland. Op de een of andere manier 'voelde' dat beter. We hebben ons onze keuze niet beklaagd en zouden net hetzelfde doen moesten we nog eens teruggaan. Het was er aangenaam rustig en niet super toeristisch. Witte stranden ... turkooisblauw water ... de zon. Wij worden daar heel gelukkig van.
Grote delen van Fuerteventura zijn beschermd natuurgebied. Met de huurauto hebben we het hele eiland rondgetoerd. De wegen zijn meestal uitstekend en niet druk. We hebben vooral genoten van de slingerwegen in de bergen waarbij we grote vulkanische gebieden doorkruisten met bergen en heuvels in een scala van kleuren, van bijna wit tot zwart en met nauwelijks begroeiing. Zo moet een maanlandschap eruit zien.
Fuerteventura is ook bekend omwille van de prachtige stranden. Witte stranden in het zuiden, gouden stranden met hoge wandelende duinen in het noorden en het oosten en grijszwarte vulkaanstranden in het zuidoosten. 'Ons' strand was bijna 5 km lang en ideaal voor lange strandwandelingen die steeds eindigden op een terrasje in Morro Jable, een klein dorp aan zee waar we genoten van verse vis en typisch Canarische specialiteiten.
Cultuurhistorisch heeft Fuerte niet zoveel te bieden. De oudste stad, tevens voormalige hoofdstad, Betancuria is mooi gerestaureerd maar veel was er niet te zien. De Ruta de los Molinos in het centrum van het eiland leidde ons naar het dorpje La Oliva dat prachtig gelegen is in een vallei omringd door vulkanisch gebergte in allerlei kleuren. De traditionele witte graanmolens waren al van ver te zien in het schitterende landschap.
En dan is er natuurlijk de wind. Het waait altijd op Fuerteventura. Soms is het niet meer dan een goed voelbare bries, maar veel vaker waait het stevig. Het eiland heeft zijn naam niet gestolen: harde wind. Aan zee bieden de hoge golven een prachtig spektakel, een zegen voor de vele wind- en kitesurfers.
We hebben weer veel gezien tijdens deze vakantie en al bij al hebben we zeer redelijk weer gehad. ’s Nachts heeft het een keer geregend en er waren wel dikwijls wolken die even de zon vertroebelden, maar als je in januari in short en topje kan lopen en in zee kan zwemmen, dan mag je niet klagen. Dat we dan 's avonds wel een pull of een jasje nodig hadden, dat nemen we er graag bij.
Fuerteventura is een langgerekt eiland en hoewel het praktischer is om centraal te logeren, had ik er toch voor gekozen een hotel op het schiereiland Jandía uit te zoeken, helemaal in het zuiden van het eiland. Op de een of andere manier 'voelde' dat beter. We hebben ons onze keuze niet beklaagd en zouden net hetzelfde doen moesten we nog eens teruggaan. Het was er aangenaam rustig en niet super toeristisch. Witte stranden ... turkooisblauw water ... de zon. Wij worden daar heel gelukkig van.
Grote delen van Fuerteventura zijn beschermd natuurgebied. Met de huurauto hebben we het hele eiland rondgetoerd. De wegen zijn meestal uitstekend en niet druk. We hebben vooral genoten van de slingerwegen in de bergen waarbij we grote vulkanische gebieden doorkruisten met bergen en heuvels in een scala van kleuren, van bijna wit tot zwart en met nauwelijks begroeiing. Zo moet een maanlandschap eruit zien.
Fuerteventura is ook bekend omwille van de prachtige stranden. Witte stranden in het zuiden, gouden stranden met hoge wandelende duinen in het noorden en het oosten en grijszwarte vulkaanstranden in het zuidoosten. 'Ons' strand was bijna 5 km lang en ideaal voor lange strandwandelingen die steeds eindigden op een terrasje in Morro Jable, een klein dorp aan zee waar we genoten van verse vis en typisch Canarische specialiteiten.
Cultuurhistorisch heeft Fuerte niet zoveel te bieden. De oudste stad, tevens voormalige hoofdstad, Betancuria is mooi gerestaureerd maar veel was er niet te zien. De Ruta de los Molinos in het centrum van het eiland leidde ons naar het dorpje La Oliva dat prachtig gelegen is in een vallei omringd door vulkanisch gebergte in allerlei kleuren. De traditionele witte graanmolens waren al van ver te zien in het schitterende landschap.
En dan is er natuurlijk de wind. Het waait altijd op Fuerteventura. Soms is het niet meer dan een goed voelbare bries, maar veel vaker waait het stevig. Het eiland heeft zijn naam niet gestolen: harde wind. Aan zee bieden de hoge golven een prachtig spektakel, een zegen voor de vele wind- en kitesurfers.
We hebben weer veel gezien tijdens deze vakantie en al bij al hebben we zeer redelijk weer gehad. ’s Nachts heeft het een keer geregend en er waren wel dikwijls wolken die even de zon vertroebelden, maar als je in januari in short en topje kan lopen en in zee kan zwemmen, dan mag je niet klagen. Dat we dan 's avonds wel een pull of een jasje nodig hadden, dat nemen we er graag bij.