Wenen
Zo vertrokken wij op 14 augustus in alle vroegte naar de luchthaven voor de vlucht van 7u05 naar Wenen. Goed anderhalf uur later stonden we al op Wenen airport. Meer dan ideaal dus.
Uiteraard moest er eerst koffie gedronken worden, in Weense stijl, bij een van de bekende Wiener Cafés. Café Mozart had de eer om ons de eerste wiener melange te mogen schenken. Aan 5,50 euro voor een kleine tas wel goed aan de prijs maar kom, je bent tenslotte niet in Wenen geweest als je die bijzondere gelegenheden niet bezocht hebt.
Verder hebben we ons gewoon ondergedompeld in al het moois wat er in Wenen te zien is. Gebouwen, immens veel imposante gebouwen, paleizen en tuinen voornamelijk. De Hofburg, Schloss Schönbrunn, Schloss Belvédère, Wiener Staatsoper, Burggarten, Museumsquartier, ... maar ook gewone huizen 'in de rij'. Veel te veel om in vier dagen te kunnen bevatten. En dan heb ik het nog niet gehad over de vele kerken. Een walhalla voor architectuurliefhebbers, eigenlijk voor kunstliefhebbers in het algemeen.
Natuurlijk moesten wij, als regelrechte toeristen, ook een ritje op het Riesenrad maken. En dan heel snel weer weg van het Prater, want zo'n druk pretpark is echt onze stijl niet.
Ga ik nog terug naar Wenen? Neen, want ik voelde geen binding met deze stad. Het is mij te klassiek, te popperig, te braaf, te statig, te koel, te veel toegespitst op Franzl & Sissi, op een sprookje waarvoor ik helaas te veel met beide voeten op de grond sta.